Aantal starters in Antwerpen gedaald

start

Tijdens de eerste vijf maanden van het lopende jaar is het aantal starters in de provincie Antwerpen met 3% gedaald. In Oost-Vlaanderen waren er zelfs 4% minder starters. In Heel België telde het onderzoeksbureau Graydon 5% minder starters dan in diezelfde periode van 2013. In Vlaanderen is de daling veel beperkter en richtten er 16.559 mensen een eigen zaak op (- 1,09%).

Het lijkt er dus op dat de daling van het aantal starters in Vlaanderen uitbodemt. Maar toch wil de werkgeversfederatie Unizo waarschuwen voor te veel optimisme. “We zijn nog steeds ver verwijderd van het aantal starters uit het topjaar 2011”, aldus topman Karel Van Eetvelt, "En het aantal starters moet dringend omhoog, om de vergrijzingsgolf bij de zelfstandigen op te vangen".

In het jaar 2011 werden er tijdens de maanden januari tot en met mei in België 33.824 nieuwe ondernemingen opgericht. Sindsdien is het aantal starters enkel afgenomen, zo blijkt uit de statistieken van Graydon:

Het lijkt er dus sterk op dat althans in Vlaanderen de bodem is bereikt. Of we binnen enkele jaren weer net zo veel of misschien zelfs meer starters zullen hebben dan in het jaar 2011, hangt af van "de mate waarin het voorzichtige economische herstel kan worden omgezet in meer duurzame economische groei," zegt Karel van Eetvelt. "Voorlopig is het beter om even een slag om de arm te houden, want met een voorspelde economische groei van 1,3% in 2014 en 1,6% in 2015 wordt het niet makkelijk om weer aan te knopen met de starterscijfers uit het jaar 2011. We moeten ons optrekken aan deze cijfers, maar er is geen reden tot overdreven optimisme."

"Ondertussen kijken wij uit naar Het vermogen en de bereidheid van de verschillende overheden om op korte termijn maatregelen te nemen die de concurrentiekracht verbeteren. Wij denken dan in de eerste plaats aan het verlagen van de lasten op arbeid en het moderniseren van de Wet op het Concurrentievermogen (Wet 1996). Daarnaast komt het er ook op aan om geen nieuwe lasten/belastingen op te leggen aan de ondernemingen en in de zoektocht naar budgettaire evenwichten zeker niet die uitgaven te schrappen die de economische groei bevorderen”, aldus Karel Van Eetvelt nog.

l