De praktijktesten gebeurden op sectorniveau, in de vijf grootste sectoren in Antwerpen: de industrie, de bouwnijverheid, de groot- en detailhandel, de sector vervoer en opslag en de sector administratieve en ondersteunende diensten.
Opvallend is dat de kans op een uitnodiging over het algemeen zeer laag ligt. Voor kandidaten die niet tot minderheidsgroepen behoren leidt 12,4% van de sollicitaties tot een uitnodiging voor een gesprek. Voor kandidaten uit minderheidsgroepen is dat 10,8%.
Uit het onderzoek blijkt dat sollicitaties met een niet-Vlaams klinkende naam een zesde (17%) minder positieve reacties kreeg dan bij vergelijkbare sollicitanten met een Vlaams klinkende naam. Voor personen met een Marokkaanse of Slowaakse naam bleek het aantal positieve reacties met meer dan een vierde (30% en 26,5%) terug te vallen.
Ook oudere kandidaten hebben een tiende (11%) minder kans op een positieve reactie op hun sollicitatie in vergelijking met kandidaten die 6 tot 12 jaar jonger zijn. Voor een uitnodiging voor een gesprek is dat zelfs een vijfde (20%) minder. Het verschil is vooral groot wanneer de oudere kandidaat aangeeft enkele jaren inactief te zijn geweest.
Verschil per sector
Het onderzoek toont ook dat er verschillen zijn tussen de sectoren. In de sectoren groot- en detailhandel en vervoer en opslag wordt er discriminatie op basis van leeftijd vastgesteld. Bij de administratieve en ondersteunende diensten gaat het om discriminatie op basis van etnische afkomst. In de sectoren industrie en bouwnijverheid werd geen statistisch significante discriminatie vastgesteld.
De praktijktesten op de Antwerpse arbeidsmarkt werden uitgevoerd door een onderzoeksteam van de UGent onder leiding van professor arbeidseconomie Stijn Baert. Zij werkten met correspondentietesten waarbij twee kandidaat-sollicitanten via mail reageren op eenzelfde vacature. De cv en motivatiebrief die ze versturen zijn quasi hetzelfde, maar de kandidaten verschillen op basis van één van de geteste discriminatiegronden.