Steelforce 2 Foto: Woodmonkey Photography

Antwerpse staalreus SteelForce: het miljardenbedrijf dat verborgen zit in zijstraat van de Meir

ANTWERPEN - Sinds het uitbreken van de oorlog in Oekraïne in februari ligt het bulkschip Polarstar in havenstad Odessa geblokkeerd met onder meer 7.000 ton Oekraïens staal aan boord. Een lading die was aangekocht door het Antwerpse SteelForce: met 2,5 miljard euro omzet de tiende grootste staaltrader ter wereld. De bescheiden Lange Klarenstraat in de schaduw van de Meir herbergt een weinig bekende Antwerpse reus.

Een topranking in de wereld van het staal maar allesbehalve een bekende naam in eigen land. “Als staaltrader zijn wij tussenpersoon tussen leverancier en klant”, vertelt CEO Kurt Crollet (54). “Daarbij komen drie grote domeinen in aanmerking. Ten eerste kennen wij de staalmarkt met haar leveranciers en klanten. In de praktijk gaat het om leveranciers in een twintigtal aankoopmarkten en klanten in een tachtigtal verkooplanden.”

 

“Ten tweede organiseren wij heel de logistiek van producent tot klant, bijvoorbeeld het transport van staal uit China naar Burkina Faso. Ten derde kennen wij de ingewikkelde financiële spreidstand: klanten betalen liefst bij ontvangst maar leveranciers willen hun geld bij de levering, graag met een voorschot bij de bestelling. Als trader moet je dus de weg kennen naar de banken. Het is overigens voor die kennis van de financieringswereld dat ik in 2001 hier in huis ben gehaald na tien jaar in de bankwereld”, zegt Crollet.

Maar grote staalverbruikers zoals de automobielsector kennen toch zelf wel de weg? “De grote verbruikers hebben ons niet nodig. Niet toevallig zijn we ooit in Afrika begonnen omdat we wél nodig zijn in niet-OESO-landen – pakweg de niet-westerse landen – die veel minder toegang hebben tot de wereldmarkt en die een veel minder uitgebouwd financieel stelsel kennen. Wij bieden hen een raam op de wereld. Dat is de reden van ons bestaan.”

Zeker geen familiebedrijf

SteelForce gaat terug op het in 1974 in Antwerpen gestichtte Promatex. “In 1989 werd dat overgenomen door drie ervaren Antwerpse traders. Zij gebruikten de vennootschap om staaltrading te beginnen met Afrika. Die handel wordt nog altijd grotendeels vanuit België geleid. Nadien kwamen er tal van acquisities zodat we in 2004 onze naam gewijzigd hebben in één firmanaam, SteelForce.”

Er kwamen nog andere opvallende voorwaarden kijken bij het bedrijf. “Van bij de aanvang beslisten de drie stichters dat, om de dynamiek te behouden, niemand zijn kinderen in het bedrijf zou brengen én dat men zich op zijn zestigste terugtrekt. Rond 2011-2014 is die eerste stichtersgeneratie er grotendeels uitgestapt.”

 

Japanse inbreng

“Inmiddels groeide het bedrijf en zijn we nu de derde generatie aan het binnenloodsen”, gaat Crollet verder. “Maar door onze forse groei is het aandeel voor de jongere generatie soms te hoog. Daarom hebben we in 2017 een institutionele ondersteuner gevonden: de grootste staaltrader van Japan, Marubeni Itochu. Zijn aandeel is nu opgetrokken van 20 naar 45%. Er is geen optie om dat te verhogen. De Belgische 55% zit verspreid over de drie generaties, met de hoofdmoot bij de tweede generatie waartoe ik dus behoor.”

“Bij het grote publiek – de eindconsument – zijn wij niet bekend”, beseft Crollet. “Onze trade is business-to-business en aanvankelijk in hoofdzaak naar klanten in Afrika en Latijns-Amerika. Maar onze handel in Europa – dus ook in Antwerpen – wordt steeds belangrijker. Deels omdat Europa door de corona-ontwrichting meer staal importeerde én omdat wij nu in grote delen van West-Europa dankzij onze Japanse aandeelhouder de bevoorrechte trader zijn voor Japans staal.”

Uiteraard kan zo’n handel van overal gebeuren. Wat maakt Antwerpen zo sterk? “Dat we toch vanuit Antwerpen opereren, komt in de eerste plaats natuurlijk omdat we van hier zijn. Maar er zijn hier ook heel wat troeven. Zo is er onze talenkennis, maar ook de professionaliteit en internationale spirit van onze mensen die uitstraalt naar onze overzeese kantoren. Daarenboven leveren de Antwerpse hogescholen opleidingen in logistiek management met een zeer goede praktijkopleiding. Ten derde is er de cruciale dekking door de Belgische Delcrederedienst/Credendo (kredietverzekering met staatsgarantie, red.). En er is de belangrijke ondersteuning van de Belgische banken.”

Hogere ranking dan Katoen Natie

Maar onopgemerkt blijven ondanks 2,5 miljard euro omzet? Kurt Crollet relativeert: “Het deed me uiteraard deugd dat De Tijd ons als zevende grootste niet-beursgenoteerde privéconcern noteerde, net voor Katoen Natie. Toch zijn we daarmee niet te vergelijken omdat Katoen Natie heel wat toegevoegde waarde creëert terwijl wij enkel tussenpersoon zijn. Wij hebben vrijwel geen vaste activa, geen wagens, geen schepen. Al onze kosten liggen bij onze vorderingen en onze stocks, gespreid over jaarlijks zo’n drieduizend transacties.”

Onzekerheid door Poetin

Het mondiale plaatje is nu brutaal verstoord door de oorlog van Poetin. SteelForce kocht vroeger zowel in Oekraïne als in Rusland. Rusland is nu helemaal gebannen. Anders is het gesteld met de lading van zevenduizend ton Oekraïens staal die SteelForce samen met een Hovense trader had gekocht voor West-Afrikaanse klanten. Die lading was net voor de oorlog aan boord gebracht van het Liberiaanse schip Polarstar en ligt sindsdien geblokkeerd. SteelForce heeft direct zijn getroffen Afrikaanse klanten als alternatief Chinees staal bezorgd, maar wat er met de Polarstar zal gebeuren, weet niemand. Steelforce heeft zijn risico alvast voor 4,1 miljoen euro afgedekt.

De oorlog in Oekraïne beïnvloedt intussen alles, ook de staalprijzen. “Dit gaat niet meer over een rimpeling, ook niet over een golf, het is een storm voor Europa, die alle producten meeneemt”, schrijft CEO Crollet in zijn jaarverslag.