twee (5) Foto Joris Herregods

COLUMN. De parabel van Solvay, Lego en Delhaize

Afgelopen week trokken drie afzonderlijke nieuwsberichten de aandacht van onze columnist Peter De Keyzer. Drie volkomen verschillende verhalen, maar wel met één centrale boodschap voor onze toekomstige welvaart.

Eerst en vooral was er Solvay, de Belgisch-Franse chemiereus met meer dan 10 miljard euro omzet. Samen met de directeurs van andere industriële concerns trok Solvay-CEO Ilham Kadri aan de alarmbel in de Financial Times. Solvay is namelijk ook actief in de VS en daar zijn de energieprijzen vandaag veel lager dan in Europa. Tegelijk zwaait de Amerikaanse overheid met honderden miljarden dollars aan subsidies om bedrijven naar de VS te lokken. Het antwoord van Europa is volgens Kadri te vaag en bijgevolg dreigen bedrijven uit Europa weg te trekken. De combinatie van lage Amerikaanse energieprijzen, eigen Amerikaanse olie- en gasvoorraden én een pot subsidies dreigen welvaart weg te zuigen uit Europa. Wij moeten het hebben van het aantrekken van buitenlandse investeringen, goedkope energie, goede relaties met de rest van de wereld en geld verdienen met het uitvoeren van goederen en diensten. In het huidige geopolitieke klimaat staan onze aantrekkelijkheid als investeringsbestemming én onze internationale concurrentiepositie steeds meer onder druk. We zullen in Europa dan ook harder dan ooit moeten vechten voor toekomstige welvaart.

Het tweede nieuwsbericht meldde dat Legoland dan toch niet naar Charleroi komt. Dat is een domper voor de naar schatting 1300 laaggeschoolden die er een job hadden kunnen vinden. Al jaren probeert de Waalse overheid een nieuwe bestemming te vinden voor de voormalige bedrijfsterreinen van Caterpillar. Dat roept herinneringen op aan de sluiting van de Limburgse steenkoolmijnen eind jaren 80. Om die economische klap op te vangen, werd toen de Limburgse Reconversie Maatschappij (LRM) opgericht. Die steunde sindsdien allerhande initiatieven - van start-ups tot een innovatiecampus - die nieuwe bedrijven en nieuwe activiteit moesten opleveren. Misschien is het beter om voor Charleroi - en Wallonië - om veel meer in te zetten op ondernemerschap en heel veel kleinschalige bedrijven, in plaats van te hopen op een grote nieuwe internationale werkgever voor de streek. Alles inzetten op één bedrijf vergroot bovendien ook de kwetsbaarheid wanneer dat bedrijf vroeg of laat desinvesteert of verdwijnt. Beter een boom met vele lokale wortels dan één buitenlandse boom die snel verplant kan worden. Een streek vol ondernemerschap zal sneller internationale investeringen aantrekken dan een streek waar de overheid een vinger heeft in elk initiatief.

“Oh wee als een multinational als Delhaize zijn zakenmodel wil aanpassen, dan wordt het stakingswapen ingezet.”

Dat brengt me naadloos bij het derde verhaal – de Delhaize-saga. Het bedrijf wil herstructureren en haar eigen vestigingen verkopen aan zelfstandigen. Zelfstandige Delhaizes bestaan vandaag al en doen het doorgaans beter dan de winkels in eigen beheer. Meer omzetgroei, winstgevender en daarom ook een betere garantie op nieuwe jobs. Voor de vakbonden en de Franstalige linkse partijen zijn het ondernemerschap van zelfstandige Delhaizes echter een oorlogsverklaring. Ze willen niet weten van kleine ondernemers maar verkiezen eerder een multinational. Maar oh wee als een multinational als Delhaize zijn zakenmodel wil aanpassen, dan wordt het stakingswapen ingezet of gedreigd met nieuwe wetgeving om ondernemen moeilijker te maken.

Can do-mentaliteit

Daarmee komen de drie verhalen naadloos bij mekaar. Onze welvaart van morgen zal harder bevochten worden – de wereld is niet meer de vriendelijke omgeving van weleer. Meer internationale concurrentie, Europese landen die tegen elkaar worden uitgespeeld en een concurrentieel nadeel tegen de Verenigde Staten. Bovendien heeft de Belgische overheid geen geld op overschot om zelf industrieën naar hier te lokken of grote eigen investeringsprojecten op te zetten. Wachten op een mega-investering uit het buitenland wordt allicht wachten op Godot.

We zijn een kleine open economie. Precies daarom moeten flexibiliteit, aanpassingsvermogen en een vriendelijk ondernemersklimaat onze belangrijkste troeven zijn. Een supermarktketen die wil herstructureren en vervolgens bestraft wordt met een maandenlange staking, is geen goede reclame voor België noch Wallonië. Zeker niet in een omgeving waarbij buitenlandse investeringen harder dan ooit bevochten zullen worden. Voor de toekomstige welvaart moeten we dan ook niet langer hopen op internationaal industrieel manna dat uit de lucht valt. Wel op ondernemerschap, vorming, flexibiliteit, een efficiënte overheid, een ondernemingsvriendelijk klimaat en een can do-mentaliteit.