De familie die de Italiaanse mode naar Antwerpen bracht Foto: Nattida-Jayne Kanyachalao, Fotomontage GvA

De familie die de Italiaanse mode naar Antwerpen bracht: “We verhuisden uit Brussel omdat de Nederlanders geen Frans wilden spreken”

Versace, Armani, Moschino: geen enkel bekend Italiaans modehuis ontsnapte in de jaren zeventig aan de aandacht van zakenman Luc Dheedene (73). In diezelfde ronkende modejaren richtte hij Fashion Club 70 op. Vandaag is het bedrijf dat groot werd in Antwerpen een halve eeuw jong.

“Vier glaasjes champagne graag”, sommeert Luc Dheedene de ijverige ober van Verso Café. Stijlvol volk – de haren getoupeerd, de make-up perfect aangebracht – komt hier proeven van de verfijnde fusionkeuken. Je ziet ze hier zelden zonder een draagtas van de aanpalende modetempel Verso. Zowel het restaurant als de modeboetiek zijn in handen van de familie. Miguel (51), Lucs zoon en opvolger, kent de menukaart uit zijn hoofd. Tien minuten later is onze tafel gevuld met oosterse tapas. “Food en fashion liggen heel dicht bij elkaar”, vindt hij.

Vandaag voorziet Fashion Club 70 zo’n 1.500 winkels van de nieuwste modecollecties. Het hart van het bedrijf klopt aan de IJzerlaan in Antwerpen, van waaruit meer dan zestig modemerken worden verdeeld. Daarnaast zijn er ook vijf winkels in eigen beheer, gelegen in de Schuttershofstraat en Huidevettersstraat.

Aan tafel bij Moschino

Het verhaal start in de jaren zeventig, wanneer de prille twintiger Luc Dheedene aan de slag gaat als boekhouder in een Gentse tricotfabriek. De boekhouding raakt hij snel beu, de tricot niet. Samen met een Nederlandse zakenman opent hij in 1975 een showroom in Brussel en gaat hij Duitse klassieke collecties verkopen. Geïnspireerd door de Italiaanse Vogue krijgt hij interesse in Italiaanse tricot. Hij stapt in zijn Fiat 500 en trekt naar de mannenmodebeurs Pitti Uomo in Firenze, waar op dat moment slechts een handvol fabrikanten staat. In een mum van tijd weet hij zich kind aan huis te maken bij gerenommeerde Italiaanse modefamilies.

Vader en zoon Luc en Miguel Dheedene staan aan het roer van Fashion Club 70. De Schuttershofstraat is hun speeltuin. Foto: Nattida-Jayne Kanyachalao

“De ene introduceerde me aan de andere. Zo ging dat in die tijd”, blikt hij terug. “Het waren stuk voor stuk creatieve families. Je kan dat niet meer vergelijken met de dag van vandaag, nu beheersen vooral grote modeconcerns de markt.” Luc zat aan tafel bij ontwerpers als Franco Moschino, Gianfranco Ferré, Giovanni Versace en de familie Dolce & Gabbana. Franco Moschino maakte misschien wel het meest indruk op hem. “Omdat hij humor verkocht, geen mode.”

15.000 m² vol mode

Luc brengt de Italiaanse mode naar zijn toenmalige kleine showroom in Brussel, van waaruit de collecties zich verspreiden naar de mooiste winkels van de Benelux. In 1988 verhuist hij naar Antwerpen en opent hij een showroom aan de Oude Leeuwenrui. “Ik wilde verder doorbreken in de Nederlandse markt. De Nederlanders vonden Brussel te ver én ze hadden schrik dat ze Frans moesten spreken. Vandaar: Antwerpen.”

Terwijl een clubje talentvolle ontwerpers dat bekend zal worden als de Antwerpse Zes de stad midden jaren tachtig op de kaart zet als creatief broeinest voor mode, doet Luc hetzelfde voor de retail. Iedereen in de Antwerpse modescene kent hem en omgekeerd. De grote groei komt er in 1998, wanneer Fashion Club 70 verhuist naar een oud pakhuis aan de IJzerlaan en daar al snel drie gebouwen betrekt, goed voor 15.000 m² aan showrooms. De Antwerpse architect Vincent Van Duysen neemt er de binnenhuisarchitectuur onder handen in zijn kenmerkende strakke stijl. Hij, en later ook Glenn Sestig, behoren al snel tot het selecte clubje waar Luc een beroep op blijft doen.

Het filiaal van Fashion Club 70 werd vormgegeven door architect Vincent Van Duysen. De foto dateert uit 1998. Zoveel is er sindsdien niet veranderd. Foto: Nattida-Jayne Kanyachalao

Amerikaanse mode

De winkeliersfamilie achter het modebedrijf Tiffanys was een klant van het eerste uur. “Wij bestaan zelfs al langer dan Fashion Club 70: 55 jaar geleden openden we onze allereerste winkel op de Mechelse Bruul en die bestaat nog steeds”, vertelt Nathalie De Hauwere (46), die behoort tot de tweede generatie van Tiffanys.  Haar ouders deden zaken met Luc Dheedene, terwijl zij gelijktijdig met zoon Miguel het aankoopvak leerde kennen. “Ik herinner me nog heel goed hoe we in de jaren negentig vooral de Amerikaanse mode naar België brachten. Het was toen de tijd van DKNY en Calvin Klein. Het vermogen om te weten wat er leeft, dat maakte zowel Fashion Club 70 als Tiffanys succesvol.”

Anno 2025 brengt Tiffanys nog steeds een mix van bekende namen en kleine, hippe nichemerken naar de markt. Nathalie: “Ja, wij blijven stellig geloven in de fysieke winkel. Mode zal altijd belangrijk blijven, want we zijn ijdele mensen. En ook service en kwaliteit zullen door een bepaald publiek altijd geapprecieerd worden.”

Nathalie De Hauwere van Tiffanys. Haar ouders waren een van de eerste klanten van Fashion Club 70.

Toch veranderen de tijden en staat de retail voor een uitdaging. “Vooral het middensegment zet mode niet meer in de top vijf van de uitgaven”, aldus Miguel. “En dan is er nog het gegeven van de fast fashion. Alle merken zijn nu ook veel meer corporate. Met andere woorden: de tijden van de kleine familiebedrijven zijn al lang passé, wat betekent dat er meer nadruk komt te liggen op de cijfers.”

Miguel durft als nieuwe CEO absoluut mee te gaan in de veranderende tijden. Hij omarmt ook de digitalisering, maar hij blijft wel oog hebben voor het traditionele, fysieke winkelgebeuren. “De variatie in mijn job vind ik het leukst. Winkeliers zijn onze klanten, maar tegelijk richten we ons via onze eigen winkels ook tot de modebewuste consument. Dat zijn twee totaal verschillende takken.”

De familie Dheedene brengt in april de iconische regenjassen van K-Way naar de Schuttershofstraat.

Papa Luc toont trots een salontafelboek uit 2005, Droomwinkels heet het. Verso staat op een van de eerste pagina’s vermeld, net voor de Prada-winkel in New York. Verso is duidelijk zijn grote trots. In 1992 opende hij de winkel op de Frankrijklei. In 2003 verhuisde hij het luxueuze aanbod naar het oude filiaal van Deutsche Bank in de Gasthuisstraat, die er op dat moment nog vrij doods bij lag. De voormalige kluizen van de bank doen nu dienst als showroom voor de meest exquise sneakercollecties. Op de gelijkvloerse verdieping schitteren de handtassen en kledingcollecties van de verschillende Italiaanse designmerken die Luc ooit naar Antwerpen bracht.

De familie Dheedene beheert ook best veel horecazaken: Verso Café, Matterhorn, Ferrier30 en Gelato Giuliano maken deel uit van hun portfolio. Samen met Sergio Herman openden ze vijf jaar geleden Le Pristine, waarmee ze nog meer hun stempel drukken op de Gasthuisstraat. En dan is er nog het bedrijfsrestaurant van Fashion Club 70, waar medewerkers en klanten gratis aan tafel mogen schuiven.

Gastvrijheid en zakendoen gaan hand in hand, vindt de familie. Voor de vijftigste verjaardag komt er geen groot feest, maar worden de beste klanten in de watten gelegd met een verfijnd diner. Nog een sterk punt is het loyale team. We maken snel nog even kennis met Jojo, een medewerkster die al meer dan 23 jaar meedraait in de verkoop. “Ik heb veel zien veranderen in het modelandschap, maar respect voor de klant en loyaliteit bleven hier altijd centraal staan. Op zich kan ik al met pensioen gaan, maar waarom zou ik? Ik heb leuke bazen. Na al die jaren ben ik nog steeds blij om deel te mogen uitmaken van dit verhaal.”

Gastronomie maakt deel uit van het DNA van Fashion Club 70. Foto: Nattida-Jayne Kanyachalao