Ivan Pelgrims bij een deel van de tunnel die tussen Indaver en Evonik komt te liggen Ivan Pelgrims bij een deel van de tunnel die tussen Indaver en Evonik komt te liggen, om stoom van afvalverwerker Indaver te kunnen afnemen. © Joris Herregods

Evonik investeert 100 miljoen euro in Antwerpen en gaat fors minder gas verbruiken: “Maar onze kostenhandicap blijft groot”

Het chemiebedrijf Evonik investeert 100 miljoen euro om zijn site in de Antwerpse haven in de komende jaren fors te vergroenen en om minder afhankelijk te worden van gas. Daardoor wordt de energiekostenhandicap met China en de Verenigde Staten een beetje kleiner. “Maar het is niet genoeg, we willen dat Europa eindelijk in actie schiet”, zegt Ivan Pelgrims, CEO van Evonik in Antwerpen.

Evonik is een bedrijf dat een belangrijke rol speelt in de huiselijke vrede in veel jonge gezinnen. Beeld je een tafel in met de volgende bezetting: aan de ene kant zit een 7-jarige dochter die graag enthousiast op de fles ketchup duwt, omdat dat haar favoriete saus is bij de frietjes, aan de andere kant zit een bezorgde mama die vooral niet wil dat er ketchup op het pasgewassen kleedje van haar dochter valt.

Dankzij Evonik spettert de ketchup niet uit de bus, maar komt ze er rustig en in een vloeiende beweging uit. Evonik maakt daar in Antwerpen het product aerosil voor. Zowel mama als dochter kunnen dus tevreden zijn.

Lees ook: 1.150 jobs weg terwijl export en investeringen afnemen: chemie- en farmabedrijven raken niet onder grote druk uit

Het bedrijf maakt ook chemische producten die er bijvoorbeeld voor zorgen dat de wieken van windmolens gladder zijn, waardoor ze sneller draaien en meer wind produceren, of die ervoor zorgen dat kippen en varkens sneller voldaan zijn bij het eten van hun voedsel.

90 jobs verdwenen

Helaas is Evonik een van de vele bedrijven in de Antwerpse chemie die de laatste tijd jobs heeft geschrapt. Negentig mensen die met pensioen zijn gegaan, werden niet vervangen. Daardoor is het aantal werknemers bij Evonik in Antwerpen onder de historische kaap van duizend gedaald. Er werken nu nog 960 mensen. “Die besparing is voldoende om deze economische crisis aan te kunnen”, zegt Ivan Pelgrims, CEO van Evonik in Antwerpen.

Ivan Pelgrims (rechts) tijdens een rondleiding op de site van Evonik. © Joris Herregods

Het is nu te hopen dat er geen nieuwe crisis komt, en het is ook de vraag hoelang de huidige crisis nog blijft duren. De jaarcijfers voor de Belgische chemie- en farmasector in 2024 spreken boekdelen: 1.553 jobs weg in een jaar tijd, 300 miljoen euro minder omzet en een daling met 3,2 procent in de export, terwijl die vorig jaar ook al met 18 procent was gedaald.

Geen beterschap in zicht

2025 belooft niet beter te worden. In het tweede kwartaal van dit jaar wordt slechts 67 procent van de installaties gebruikt. In normale tijden is dat 76 procent. Ook het aantal investeringen is in een jaar tijd lichtjes gedaald, en dat is uitzonderlijk.

Evonik gaat een beetje tegen die laatste trend in. Het Duitse bedrijf investeert in de komende jaren 100 miljoen euro op zijn site in de Antwerpse haven. Niet omdat Evonik wilde uitbreidingsplannen heeft, wel omdat het fors wil vergroenen en minder afhankelijk wil worden van gas. De gasprijs in Europa is vandaag bijvoorbeeld 3,5 keer duurder dan in de Verenigde Staten.

De investering van 100 miljoen euro omvat:

  • een plaatsing van een tweede windturbine op de site van Evonik

  • een project om het elektriciteitsnet op de site van Evonik uit te breiden van 36.000 naar 150.000 volt, zodat het bedrijf meer elektriciteit kan gebruiken in de productieprocessen, in plaats van duur gas

  • de aanleg van een tunnel onder de Schelde om stoom af te nemen van afvalverwerker Indaver

Met deze installatie breidt Evonik zijn elektriciteitsnet in Antwerpen uit van 36.000 naar 150.000 volt. © Joris Herregods

Door dit soort investeringen wil Evonik tegen 2030 in Antwerpen zeker 55 procent minder schadelijke CO2 uitstoten ten opzichte van 2021.

Tunnel onder de Schelde

Het meest in het oog springende project is de samenwerking met Indaver, dat de naam ‘Ecluse’ krijgt. Kort gezegd gaat het als volgt: Indaver verbrandt afval, daarbij komen rookgassen vrij die een temperatuur van duizend graden hebben, en die warmte zal vanaf november 2026 via buizen naar Evonik worden doorgestuurd.

Indaver bevindt zich op Linkeroever, terwijl Evonik aan de andere kant van de Schelde op Rechteroever ligt. Daarom wordt er nu een tunnel van 1,3 kilometer onder de Schelde geboord tussen de twee bedrijven, om het stoom door te vervoeren.

Een deel van de tunnel die van de Indaver naar Evonik wordt gelegd om stoom door te vervoeren, is er al. © Joris Herregods

Kleinere kostenhandicap

“Als het Ecluse-netwerk operationeel is, zullen we alleen al met dit project 100.000 tot 150.000 ton aan CO2-emissies per jaar uitsparen”, zegt Ivan Pelgrims. “Onze stoom zal ook veel goedkoper zijn dan het gas dat we vandaag nodig hebben om onze productieprocessen te laten draaien.”

Door al die investeringen zal Evonik in Antwerpen dus steeds minder afhankelijk worden van de peperdure gasprijzen in Europa. “Onze concurrentiehandicap met de Verenigde Staten en China zal dus verkleinen”, legt Pelgrims uit. “Maar dat komt alleen omdat we de schaal hebben om die investeringen te doen. Voor veel kleinere ondernemingen, die ook aan de strenge Europese milieuregels moeten voldoen, zijn dit soort investeringen niet mogelijk.”

“Bovendien moeten ook wij realistisch zijn”, vertelt Pelgrims. “We kunnen ons verbruik van gas drastisch beperken voor de energie die we nodig hebben om onze productieprocessen te laten draaien. Maar een groot deel van onze kostenhandicap zal blijven bestaan. Dat komt omdat we fossiele bronnen ook nodig hebben als basisgrondstof om er onze producten mee te maken. Daar hebben we geen alternatief voor.”

“Als het Ecluse-netwerk operationeel is, zullen we alleen al met dit project 100.000 tot 150.000 ton aan CO2-emissies per jaar uitsparen”

Ivan Pelgrims

Von der Leyen en De Wever

Het is intussen drie maanden geleden dat Europees Commissievoorzitter Ursula Von der Leyen in Antwerpen haar ‘Clean Industrial Deal’ kwam voorstellen, die de concurrentiepositie van de industrie zou moeten verbeteren. “Ik was, net als vele anderen, positief over de mentaliteitswijziging van de politiek. De industrie staat eindelijk weer bovenaan de politieke agenda”, zegt Ivan Pelgrims. “Maar ik ben nog altijd aan het wachten op concrete acties. Het duurt doorgaans twee tot drie jaar voor er nieuwe wetten worden gestemd, terwijl wij de concurrentie met de Verenigde Staten en China nu voelen. We kunnen echt niet lang meer wachten op steun vanuit de overheid.”

In een recent interview met de Antwerpse televisiezender ATV beloofde premier Bart De Wever (N-VA) alleszins al dat “de energiekosten voor de petrochemische bedrijven dit jaar nog worden verlaagd”.

Ann Wurman. © Joris Herregods

“Dat is een eerste belangrijke stap, want sinds begin dit jaar zijn de transmissienettarieven voor de energie-intensieve industrie verdubbeld”, zegt Ann Wurman, directeur van Essenscia Vlaanderen, de sectorvereniging van de chemiebedrijven. “Dat is een extra kost van 80 miljoen euro voor de sector.”

Transmissienettarieven zijn de kosten die netbeheerder Elia doorrekent voor de toegang tot het elektriciteitsnet. De kosten voor dat elektriciteitsnet zijn de laatste tijd sterk gestegen, onder meer omdat de windmolenparken op zee op het net moeten worden aangesloten. “Die tarieven zijn in België veel hoger dan in Frankrijk en Duitsland”, zegt Ann Wurman. “Ze zijn dus een extra handicap voor de Antwerpse chemie, bovenop de andere handicaps die we al hebben. Er is dus dringend actie nodig vanuit de politiek.”