Volgens het onderzoek van De Tijd viseert de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) een constructie waarmee Huts voor honderden miljoenen euro’s aan dividenden vanuit België – onbelast – heeft verschoven naar zijn trust (een combinatie van ondernemingen, red.) in het belastingparadijs Jersey. “Alleen al voor de Antwerpse NV Katoen Natie loopt de belastingclaim in de zaak op tot meer dan 66 miljoen euro”, schrijft de zakenkrant.
Huts trekt meteen fel van leer in een open brief gericht aan minister van Financiën Jan Jambon (N-VA). “Zulke praktijken (het lekken van een vertrouwelijk fiscaal dossier, red.) creëren een sfeer van intimidatie”, klinkt het. Huts spreekt van een “ernstig precedent dat de rechtszekerheid vernietigt en de deontologie ondergraaft”.
“De intimiderende aanpak”
“Ik houd eraan om bij onze minister ernstig op de deur te kloppen in verband met het misbruik van de fiscale administratie”, schrijft de havenbaas nog. Ook andere ondernemers zouden volgens Huts problemen hebben met “de intimiderende aanpak” van de fiscale administratie. Bij het kabinet Jambon wil men geen commentaar geven op individuele de dossiers.
Of het lek daadwerkelijk bij de fiscus zit, is niet duidelijk en daar heeft Huts ook geen bewijzen voor. Volgens hem kan het lek zich enkel daar voordoen. Mocht het lek elders zitten, zijn de beschuldigingen an sich meer een bliksemafleider. Journalisten hebben echter bijna altijd het recht om hun bron geheim te houden.
“Tot onze verbazing bleek de journalist over vertrouwelijke informatie te beschikken die uitsluitend afkomstig kan zijn van de fiscale administratie”
Fernand Huts
Concreet geven Katoen Natie en de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) een andere interpretatie aan de zogenaamde Europese moeder-dochterrichtlijn. Volgens de juridische website Jubel voorziet die richtlijn dat winstuitkeringen van dochtervennootschappen in beginsel vrij van belasting en op volkomen fiscaal neutrale wijze verlopen. Het moederbedrijf van Katoen Natie zit in Luxemburg, de dochters in meer dan tien andere landen.
“Tot onze verbazing bleek de journalist (Lars Bové, red.) over vertrouwelijke informatie te beschikken die uitsluitend afkomstig kan zijn van de fiscale administratie”, schrijft Huts. “Hij schreef letterlijk: Ik ken de inhoud van het dossier.” Huts merkt op dat de verspreiding van het dossier in de media gebeurde vooraleer de verdediging gekend is.
Volgens de advocaten van Katoen Natie betwist de BBI de toepassing van de vrijstelling van roerende voorheffing op dividenden die in 2020 werden uitgekeerd door Katoen Natie en andere Belgische vennootschappen behorende tot de Katoen Natie-groep. De fiscus verwijt Katoen Natie dan weer dat ze de richtlijn niet correct toepast. De advocaten van Huts menen dat niet alleen die interpretatie onjuist is, maar ook dat de opgelegde taxatie door de Belgische belastingdienst feitelijke grondslag mist.
“Het lek is geen incident, maar een structureel signaal”, besluit Huts. “De informatie waarover de journalist beschikt, kan enkel via de BBI zijn verkregen. Dat ambtenaren binnen de fiscale administratie gevoelige dossiers doorspelen naar de media, zonder wederhoor of context, vormt een ernstige inbreuk op het principe van vertrouwelijkheid.” De havenbaas concludeert dat men zo de publieke opinie en de rechterlijke besluitvorming wil beïnvloeden.