De investering van 150.000 euro is volgens zaakvoerder Thomas Vanderhoydonck meer dan een uitbreiding van capaciteit. Het is een bewuste keuze voor service en klantgerichtheid in een sector waar de focus vaak op verkoop ligt. “Fietsen verkopen is het verdienmodel, maar wij vinden het niet ethisch om onze klanten vooral als kopers te zien. Wie dagelijks op zijn fiets rekent, wil vooral kunnen blijven rijden. Dat vraagt goede en tijdige service.”
Momenteel is de gemiddelde wachttijd voor onderhoud en herstellingen bij de vestigingen in Berchem en Antwerpen vier weken. Hoewel dit onder het branchegemiddelde ligt, wil De Geus ook daar de wachttijd terugbrengen naar minder dan een week – zoals vandaag al het geval is in de vestigingen in Schoten en Edegem.
“Onze klanten liggen wakker van wachttijden, zeker als ze afhankelijk zijn van hun fiets voor woon-werkverkeer of school. We hebben daarom nu al meer techniekers dan verkopers in dienst, wat zeker niet standaard is in de sector.” Om klanten mobiel te houden tijdens herstellingen, biedt De Geus vervangfietsen aan – van stadsfiets tot e-bike en elektrische bakfiets. Die vloot zal verder uitbreiden met de opening van het nieuwe atelier.

De verhuizing van het atelier creëert bovendien extra ruimte in de bestaande winkel aan de Marnixplaats, die daardoor vernieuwd en uitgebreid kan worden. Op die plek startte het familiebedrijf in 1984. “Het voelt fantastisch dat we uitgerekend hier onszelf kunnen blijven neerzetten als dé Antwerpse referentie op het vlak van kwalitatieve fietsmobiliteit,” aldus Vanderhoydonck.
De zaakvoerder wijst erop dat de sector sinds de coronapandemie sterk is veranderd: fietsen worden groter, technologische vereisten stijgen, en klanten zijn steeds afhankelijker van hun fiets als vervoermiddel. “Zo moet je bij e-bikes, longtails en bakfietsen grote, ruime werkplekken hebben met high-tech gereedschap en digitale uitleesapparatuur.”
Met het nieuwe atelier verdubbelt Fietsen De Geus het aantal techniekers in Antwerpen. “Wij willen zoveel mogelijk Antwerpenaren op de fiets krijgen en ze erop houden. Want de fiets maakt de stad verbonden, gelukkiger én gezonder,” besluit Vanderhoydonck.
