“Hij zal het mij niet elke dag zeggen, maar je ziet dat mijn vader trots is op ons bedrijf”

SINT-KATELIJNE-WAVER – Nico Goossens stapte in 2016 in de voetsporen van zijn vader en grootvader, die slakwekers waren. Hij deed dat pas nadat hij had beslist om het over een heel andere boeg te gooien. Zes jaar later is Nico verkozen tot jonge ondernemer van het jaar in de provincie Antwerpen.

Nico Goossens is zaakvoerder van Goni, dat is gespecialiseerd in het telen en verkopen van slasoorten, tuinkers en paksoi. De sla groeit er niet meer in volle grond, maar in goten en onder glas. Goni heeft 25 mensen in dienst.

“Mijn grootvader is op deze grond begonnen. Hij was zelf ook de zoon van een tuinder. Hier is hij begonnen met het kweken van sla. Mijn vader heeft zijn bedrijf overgenomen toen hij een jaar of 40 was.”

Derde generatie

“Ik ben de derde generatie, al was dat niet meteen het plan. Mijn eerst werkervaring was in dit bedrijf, maar als jonge snaak van 18 is het niet gmakkelijk om met je ouders samen te werken. Dat is normaal. Je hebt andere ideeën.”

“Mijn ouders en grootouders kweekten sla op de traditionele manier.”

“Mijn ouders en grootouders kweekten sla op de traditionele manier, in volle grond. Dat betekent werken op de knieën om de sla te snijden, weer en wind trotseren, want in de zomer is het te warm, in het voor- en najaar te nat en te koud. Dat is heel hard werken.”

Andere aanpak

“Ondernemen en hard werken, dat is me met de paplepel ingegeven. Als kleine pagadder zat ik al op de tractor in het veld mijn boterhammetjes op te eten. Ik ken nergens echt iets van, ik ken alleen iets van sla. Maar ik wilde het niet doen op de manier zoals mijn ouders het altijd hebben gedaan. Niet omdat die manier verkeerd was, maar als je aan zo’n avontuur begint, moet dat over dertig jaar ook nog rendabel zijn.”

“Ik zou dus wel sla telen, maar dan binnen, in de serre. Dan kan ik de teelt beter controleren en werk maken van automatisering. In 2016 heb ik deze serre gebouwd. Mijn vader heeft de vollegrondteelt nog voortgezet tot in 2018. Vanaf 2019 is hij hier beginnen te werken. Mijn moeder en mijn tante werken hier  ook en zelfs mijn grootvader heeft hier nog geholpen tot enkele weken voor hij overleed.”

Kritische vader

“Toen ik mijn plannen voorlegde aan mijn vader, liet hij merken dat hij het geen top plan vond. Ik had een goede job, werd er goed betaald en had er een mooi perspectief. Mijn ouders waren denk ik  wel teleurgesteld toen ik hun bedrijf verliet. Ze beseften toen dat er geen overnemer zou zijn. Vernieuwen deden ze niet meer, want Nico was toch weg. En dan kwam ik plots vertellen dat ik het bedrijf toch zou verderzetten, maar er ook zwaar in zou investeren.”

“Als je mijn vader vandaag zou spreken, merk je hoe trots hij is. Hij zal het mij niet zelf zeggen, maar je ziet het aan alles.

“Mijn zoon vindt alleen de sla van papa lekker, maar ik weet niet of hij mij later opvolgt.”

“Achteraf bekeken is elders gaan werken de beste beslissing geweest die ik had kunnen nemen. Anders had ik het denkpatroon van mijn ouders en grootouders nooit kunnen doorbreken. Het boerenverstand dat zegt: ’t is al goed zoals het is, doe niet te zot.”

Opvolging

Nico Goossens heeft op korte tijd een mooi en rendabel bedrijf opgebouwd. Ooit komt het moment dat hij zelf op zoek moet naar een opvolger. “We hebben een zoon, Louis. Hij wordt zeven. Hij is geïnteresseerd in machines en in vrachtwagens en alleen de sla van de papa is lekker. Maar ik weet niet of hij mij ooit opvolgt. Ik ben daar nog niet mee bezig, maar ik zou het wel fijn vinden. Ik kijk naar mijn ouders en zie mezelf zo ook honderd jaar worden. Wat mijn vader hier doet, voelt voor hem niet aan als werken. Hij gaat wat helpen bij ‘onze Nico’. Maar eigenlijk werkt hij het hardst van iedereen. Dat zie ik mij ook voor Louis doen, maar er moet nog veel water naar de zee stromen.”

“Op dit ogenblik is het mijn taak om dit bedrijf te laten floreren. Niet omdat Louis het later kan overnemen, maar omdat ik hem alle kansen wil geven. Ik ga hem nooit dwingen om het bedrijf over te nemen, maar dromen mag.”