japan center Foto: Joris Herregods

Japan Center stopt na 30 jaar met verkoop van antieke meubels en kostuums in Antwerpen: “Sinds corona is alles anders”

Antwerpenaar Patrick Schoeters (64) droomde van een vijver met koikarpers, maar het werd een winkel met de fijnste antieke spullen uit Japan. Met zijn pensionering in zicht sluit het Japan Center in de Korte Koepoortstraat na dertig jaar. “Sinds corona is alles anders in Japan. Spullen worden er nu rechtstreeks online verkocht.”

Een strakke futon, een knappe Japanse kast of een kostuum van een samoeraikrijger. In al die jaren was er altijd wel een bijzonder item dat de aandacht trok in de etalage van het Japan Center. Al die spullen ging Patrick Schoeters zelf opsnorren in het land van de rijzende zon. Daar trok hij minstens drie à vier keer per jaar heen. “Mijn fascinatie voor Japan is lang geleden begonnen door prenten in boeken”, vertelt Schoeters. “Toen ik een huis wou bouwen, zag ik daar ook een koivijver bij. Die is er gekomen, net als een eerste reis naar Japan. Via een winkel in Parijs was ik een importeur van Japanse meubels in Manchester op het spoor gekomen. Eerst heb ik via hem spullen aangekocht, maar ik begon steeds vaker zelf naar Japan te reizen en vond er interessante adresjes en markten.”

Intussen was Patrick Schoeters met Japan Center in 1995 in Antwerpen een winkel in Japanse antiquiteiten begonnen. Eerst in de Kloosterstraat, daarna in de Stoofstraat en sinds 2000 aan de Korte Koepoortsraat. “De eerste tien jaren was de belangstelling het grootst. De Belg kende Japan enkel van op televisie en van wat hij zag in boeken. Naar daar reizen bleef een onbereikbare droom. Gelakte kasten of futonbedden gingen vlotjes de deur uit. Mettertijd werd ik binnen Europa een specialist in kostuums van samoeraikrijgers. Ook daar was een publiek voor.”

Zeebeving Fukushima

Japan Center kreeg een eerste knauw na de zeebeving met kernramp van Fukushima in 2011. “Daags ervoor was ik zelf weer naar België afgereisd, maar veel van mijn leveranciers woonden in dat gebied. Door de beving zijn veel antieke spullen verloren gegaan. Nee, ik liet niet zomaar een container met spullen van bij een groothandel overkomen, maar zocht al mijn spullen zelf uit. Op markten waar inboedels werden verkocht, of op beurzen. Na de ramp in Fukushima zijn we door het sluiten van de grenzen ook Chinese spullen gaan verkopen.”

Schoeters prijst zich gelukkig dat hij het authentieke Japan nog heeft gekend. “Sinds corona is alles er anders. Internet heeft de doodsteek gegeven aan de antiekmarktjes. Spullen worden in Japan nu rechtstreeks online verkocht. Romantisch naar charmante stukken speuren, onderhandelen en bieden is er niet meer bij.” En dan is er ook nog de gestegen populariteit van Japan. “Het land wordt intussen onder de voet gelopen door toeristen. Kyoto lijkt wel Benidorm. Buitenlanders huren er kostuums van een geisha om er zich mee te laten fotograferen bij een oude tempel. Tempels die intussen vol volk zitten. De zen is weg uit Japan.”

Nog tot eind juni verkoopt Schoeters kimono’s, kasten of kostuums met korting. Om daarna van een welverdiend pensioen te genieten in Japan? “Nee, je blijft er een vreemdeling. En alles is er nu digitaal, zelfs de treintickets. Mijn treinpassen met stempels heb ik bijgehouden. Nu is dat oubollig, maar ik vond het geniaal.”