koen-geens minister van Justitie Koen Geens

Modernisering insolventierecht van ondernemingen

De Ministerraad van 23 december 2016 keurde op voorstel van minister van Justitie Koen Geens een voorontwerp van wet goed om de wetgeving over insolvabiliteit van ondernemingen coherenter te maken en in het Wetboek van economisch recht samen te brengen.

Dit voorontwerp, dat voor advies aan de Raad van State wordt overgemaakt, moderniseert het bestaande insolventierecht grondig en past het aan de geldende Europese normen aan. Het insolventierecht heeft een dubbele doelstelling: de sanering van ondernemingen in moeilijkheden mogelijk maken evenals de vereffening van ondernemingen die niet langer gezond en levensvatbaar zijn.

Tot nog toe wordt de insolventie van ondernemingen geregeld door de Wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen en de Faillissementswet van 8 augustus 1997. Deze laatste heeft tal van – niet altijd even coherente – wijzigingen ondergaan.

Wat zijn zoal de voornaamste punten van hervorming?

Een verruiming van het toepassingsgebied laat toe beter aan te sluiten bij de economische realiteit van de onderneming. Het onderscheid tussen handelaar en niet-handelaar verdwijnt en ruimt plaats voor een moderner en ruimer begrip.

Een insolventiedossier afhandelen zal volledig elektronisch kunnen en er wordt naar gestreefd om alle actoren meer en op proactieve wijze te betrekken bij de procedure. Er wordt een centraal register opgericht dat zal bijdragen tot efficiëntere en snellere procedures.

Door de informatisering van de procedures zullen ondernemingen in moeilijkheden beter opgespoord kunnen worden.

Een faillissementsprocedure zal in de toekomst ook beter begeleid worden door de invoering van een 'stil' faillissement dat bedoeld is om een echt faillissement op discrete wijze voor te bereiden.

Ondernemingen zullen aangemoedigd worden om een nieuwe start te nemen en hierin beter begeleid worden. Mislukkingen worden niet langer gestigmatiseerd en aan bepaalde in de praktijk vastgestelde misbruiken wordt een halt toegeroepen.

De klemtoon wordt gelegd op buitengerechtelijke vormen om insolventieprocedures aantrekkelijker te maken en rechtbanken te ontlasten.

Ondernemingen zullen ertoe aangezet worden om zo snel mogelijk in te grijpen en niet te wachten op het onvermijdelijke door de integratie van een coherent geheel van regels inzake aansprakelijkheid van de bedrijfsleiders en de invoering van het concept wrongful trading in ons wetgevingsinstrumentarium.

Aan de insolventieprocedures wordt een Europese en internationale dimensie toegevoegd.

Enkele zwakke punten in zowel de faillissementswet als in de wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen worden gecorrigeerd want sommige regels zijn niet langer verzoenbaar met de evolutie van het recht en de maatschappij.