N-Chemie maakt paraffine in kaarsen overbodig

kaarsen-620x250

Eenmansbedrijf N-Chemie zet de kaarsenwereld op zijn kop. Voortaan kunnen kaarsen gemaakt worden met één hoofdingrediënt minder. Deze week ontving N-Chemie een eerste productiebatch van 1750 kg N-CaST, het additief dat dit alles mogelijk maakt.

Niels Van Opstal, oprichter van N-Chemie (Heffen): “Kaarsen worden typisch vervaardigd uit een mengeling van stearine en paraffine. Fabrikanten wezen me erop dat ze liever kaarsen zouden maken van alleen stearine. De reden hiervoor is eenvoudig. Paraffine wordt gemaakt van aardolie en is bijgevolg weinig duurzaam. Bovendien is het beduidend duurder dan stearine dat gemaakt wordt van natuurlijke oliën zoals palmolie. Helaas konden fabrikanten tot voor kort niet om de paraffine heen. Ze hadden het nodig om kristalvorming tegen te gaan. Met pure stearine-kaarsen krijg je lelijke gekristalliseerde kaarsen."

Niels Van Opstal vond een oplossing. Hij ontwikkelde een additief waardoor pure stearine-kaarsen plots wel mogelijk worden: “Door toevoeging van 0,03% van dit additief (N-CaST) aan de stearine vormen zich geen kristallen meer. Leuk voor de producenten want voortaan is het niet meer nodig dure paraffine te kopen en met 2 hoofdingrediënten (en bijhorende opslagtanks, logistieke kosten, …) te werken. Bovendien kunnen producenten nu plotseling kaarsen op de markt brengen die een stuk ecologischer zijn. Ik hoef je niet te vertellen hoe hard de fabrikanten van stapel lopen wanneer ik hen toon wat mijn additief doet”

Hoe Niels het klaar speelde om als startend eenmansbedrijf zo’n product te ontwikkelen? Niels van Opstal: “Eenvoudig was het zeker niet. Ik ben chemicus van opleiding en ken de kaarsenwereld goed, maar een labo had ik niet. Bovendien is de ontwikkeling van een nieuw product een hele investering. Daarom stapte ik naar het Innovatiecentrum, zij helpen ondernemers die willen innoveren. Het Innovatiecentrum bracht me in contact met Chemstream, een kleine chemische productontwikkelaar uit Edegem. Ik mocht hun labo gebruiken en hun onderzoekers hebben me geholpen wij de ontwikkeling. De centen om dit allemaal te financieren vonden we dan weer bij het IWT door een goedgekeurde innovatiesubsidie. Die steun was welkom, maar dekt natuurlijk niet de volledige ontwikkelingskost. Om het resterende bedrag te vinden ben ik een lening aangegaan en heb ik een jaar geleefd op erg mager huishoudbudget. Maar goed, het resultaat mag er zijn. Ik heb een knalproduct en door het hard werken en zuinig leven sta ik scherper dan ooit (lacht).”