De provincie Antwerpen zal vanaf volgend jaar geen algemene gezinsbelasting meer innen. De opcentiemen op de onroerende voorheffing stijgen wel, maar globaal is er volgens het provinciebestuur een duidelijke belastingverlaging.
Dat is kort door de bocht, menen ze bij NSZ en de Antwerpse liberalen. “Door de opcentiemen op te trekken, worden alle eigenaars en huurders van handelspanden in de provincie geconfronteerd met een hogere factuur”, aldus Nico Volckeryck (NSZ).
Het afschaffen van de gezinsbelasting was een verkiezingsbelofte van N-VA in Antwerpen. Momenteel bedraagt die belasting 47 euro. Over de hele bestuursperiode kost de maatregel de provincie 180 miljoen euro (30 miljoen per jaar). Daartegenover staat dus wel dat de opcentiemen op de onroerende voorheffing worden verhoogd van 145 naar 160. Dat zou 90 miljoen euro in het laatje brengen. Er blijft met andere woorden over zes jaar gespreid een belastingverlaging van 90 miljoen euro over, berekende het provinciebestuur.
Oppositiepartij Vlaams Belang reageerde meteen koeltjes op het nieuws. Ze hadden het over “kiezersbedrog”, omdat de afschaffing van de gezinsbelasting voor de verkiezingen werd beloofd maar over de verhoging van de opcentiemen voor wie een eigendom heeft niet vooraf werd gecommuniceerd.
NSZ wijst er op dat de verhoging van de opcentiemen disproportioneel zal uitvallen voor handelskernen zoals de Bredabaan, de Turnhoutsebaan en de Abdijstraat. “Stuur deze onrechtvaardige belastingverhoging bij”, besluit Volckeryck.
Bij de Antwerpse liberalen zijn ze van mening dat handelspanden langs de grote invalswegen nu enkel nog interessant zijn “voor personen die bereid zijn om hoge huur of belastingen te betalen om geld wit te wassen”.
