Solvay wil weg uit PVC-markt

solvay

Solvay schuift zijn PVC-productie door naar een joint venture met het Zwitserse Ineos. Daardoor wprdt een nieuwe groep opgezet met een geplande omzet van 4,3 miljard euro. Ondertussen is het uitkijken naar de reactie van BASF. BASF had eerder in Antwerpen zijn PVC-activiteiten ondergebracht in de joint venture, Solvin. Ook al met Solvay.

De markt voor de kunststof polyvinylchloride (PVC) lijdt duidelijk onder overcapaciteit. Marktanalisten menen dat er pakweg 25% te veel PVC geproduceerd wordt. Een en ander weegt op de prijzen en op de rentabiliteit van de ondernemingen. Solvay heeft alvast het initiatief genomen om marktleider Ineos te benaderen en een deal op te zetten. Indien Europa de toelating geeft bij de vorming van de joint venture zou de productiecapaciteit op termijn kunnen afgebouwd worden. Alleen heeft de tandem Solvay/Ineos op dat moment meer dan 70% van de markt in handen en dat is duidelijk niet conform de concurrentiemodaliteiten.

Volgens Jean-Pierre Clamadieu, de topman van Solvay zou Europa ongetwijfeld wel bijdraaien. "We hebben naar de cijfers gekeken. We denken een goed verhaal te hebben. Maar de beslissing ligt uiteraard bij de Commissie."

Wat BASF moet doen is evenmin duidelijk. Het Duitse bedrijf zit in Antwerpen in een minderheidsparticipatie van 25% in Solvin. "BASF steunt ons concept", zegt Clamadieu. "Er moeten nu meer gedetailleerde onderhandelingen komen over hoe we dit kunnen oplossen."

Voor Solvay is het initiatief in de richting van de Joint venture er een duidelijk signaal voor dat het chemiebedrijf weg wil uit de PVC-markt. Binnen afzienbare zal Solvay ongetwijfeld zijn participatie in de nieuwe joint venture doorschuiven naar Ineos. Solvay heeft al vaker aangegeven dat het een andere richting uit wil. Het wil met de eventueel geïncasseerde middelen acquisities doen "op snel groeiende markten en in nieuwe technologieën."

Ineos heeft ook verscheidene vestigingen in het Antwerpse.