Spaghettisaus van Manna Foods populairder dan ooit

sylvieke

Ze hebben hun target voor 2014 gehaald: Manna Foods realiseerde verleden jaar een omzet van 25,8 miljoen euro. Dit is liefst 15% meer dan het jaar ervoor. Daarmee is de kaap van de 25 miljoen gepasseerd. Een indrukwekkende prestatie. Manna Foods groeide in de afgelopen vier jaar met liefst 45%.

Het is een hard omstreden markt. Met internationale concurrenten als Panzani, Miracoli, Knorr of Buitoni. Het Antwerpse Manna Foods gaf iedereen echter het nakijken en kon zijn marktaandeel ondanks de negatieve economische conjunctuur nog verbeteren. De firma uit Wijnegem heeft al die jaren haar reputatie opgebouwd met haar spaghettisaus en heeft het productaanbod ondertussen uitgebouwd tot pakweg 50 verschillende sauzen en 400 producten.

Manna Foods is met algemeen directeur Sylvie Van den Broeck vandaag aan haar vierde generatie toe. "Maar het gaat er ons om dat wij een heuse ploeg vormnen, allemaal onder elkaar", zegt ze. "Het succes van Manna Foods is het succes van alle werknemers. De mensen aan de productie-installaties, de bedienden, de leidinggevenden. Wij doen het allemaal samen."

Het voedingsbedrijf uit Wijnegem had het een tijd terug nogal moeilijk. Een doelgerichte herstructurering met oa. een herschikking binnen het aandeelhouderssyndicaat heeft de firma evenwel opnieuw op de rails gezet. Daarbij is tevens zwaar geïnvesteerd in de export. Met name naar verscheidene landen in Afrika. Naar Marokko bv., naar Kameroen, naar Angola. In die mate dat de export vandaag tekent voor liefst 20% van de globale omzet. Het ging in enkele jaren van "maar" 5% naar 20%. 20% van de sauzen gaat naar de foodservice, de bediening van frituren en pittabars. 60% wordt verkocht via de retailbedrijven.

25 miljoen euro is zeker geen eindpunt. "Wij kunnen nu al vooropzetten dat we in 2015 verder doorgaan op die lijn. Wij hebben al enkele mooie bijkomende contracten bijeengewerkt. Wij kunnen er vanop aan dat Manna Foods nog verder zal doorgroeien", zegt commercieel directeur Hans Van de Venster.