Afgelopen zomer bleek – nogmaals – uit de jaarrekeningen van de regionale luchthavens in Antwerpen en Oostende dat men in financieel noodweer zat. Minister Annick De Ridder (N-VA) kon toen initieel niet reageren omdat ze in verlof was. Eind augustus liet De Ridder weten dat men een stand van zaken aan het opmaken was.
Na het bijkomend onderzoek door VRT NWS en De Standaard, behoudt de minister van Mobiliteit het vertrouwen. Ze is wel “bezorgd over de rode cijfers”. Ook bij Voka twijfelen ze niet aan de toekomst en de commerciële – en strategische – meerwaarde van de regionale luchthavens.
Masterplan
“Deurne is een belangrijke schakel in de internationale expansie van onze regio”, zegt Luc Luwel van Voka. Uit studies blijkt echter dat die meerwaarde elk jaar kleiner wordt (via bijvoorbeeld de onrechtstreekse tewerkstelling, red.). Luwel vraagt om een masterplan, passend in de groeiscenario’s die de Vlaamse regering in haar ‘langetermijnvisie voor de Vlaamse regionale luchthavens’ heeft verankerd. “Met de bedoeling de subsidies af te bouwen”, zegt hij.
Zo’n herziening zal niet meteen voor morgen zijn. De actualisatie van de subsidieovereenkomst is allicht pas voor het einde van de legislatuur – ofwel 10 jaar na het verlopen van de vorige. Luwel vindt het nu wel een goed moment om “de exploitatie door uitbater Egis kritisch tegen het licht te houden”.
