Afbeelding1 De productiesite van Borealis in Kallo. Foto Joris Herregods

Wat voor aannemer is Irem-Ponticelli, die onder vuur ligt voor moderne slavernij in Antwerpse haven?

ANTWERPEN, BEVEREN - In het onderzoek naar mensenhandel en uitbuiting van 55 arbeiders op de werf van chemiereus Borealis in Kallo, in de Antwerpse haven, staan twee aannemingsbedrijven centraal. Samen vormen ze een tijdelijke joint venture: Irem-Ponticelli. En dat zijn geen kleine spelers: zowel het Italiaanse Irem als het Franse Ponticelli zijn multinationals met bouw- en onderhoudsprojecten over de hele wereld. Een blik op de bedrijven die onder vuur liggen voor moderne slavernij.

Deze week kwam per toeval aan het licht dat er op de grote bouwwerf van de Oostenrijkse chemiegroep Borealis in de Antwerpse haven 55 mensen – Bengalen en Filipijnen – tewerkgesteld waren. Zij zouden van aannemer Irem-Ponticelli zes dagen per week aan de slag moeten voor 3 euro per uur.

LEES OOK. Mensenhandel op werf van chemiereus Borealis: visa vervallen, amper betaald en onderdak in erbarmelijke omstandigheden

Door de commotie heeft Borealis de aannemer geschorst en de werf drie dagen stilgelegd voor onderzoek. Maar wat voor bedrijf is Irem-Ponticelli? En hoe zit de samenwerking met Borealis in elkaar?

90 miljoen euro

In maart 2019 maakt Borealis bekend dat het contract voor een nieuwe fabriek op de site in Kallo naar Tecnimont gaat. De hoofdaannemer van de Italiaanse beursgenoteerde groep Maire Tecnimont is verantwoordelijk voor alle techniek, inkoop en bouwbeheer. Het contract is 90 miljoen euro waard.

In februari 2021 haalt de tijdelijke joint venture Irem-Ponticelli het contract voor mechanical and piping erection binnen: het samenstellen, leggen en aansluiten van alle pijpwerk voor de fabriek. In totaal is maar liefst achtduizend ton aan pijpleidingen nodig voor de propaandehydrogenatie-installatie, lezen we in het jaarverslag van Ponticelli. Op de werf van Borealis lopen gemiddeld duizend tot soms wel tweeduizend arbeiders rond. Het is onduidelijk hoeveel onder hen in dienst zijn van Irem-Ponticelli.

Frans-Italiaanse broers

Ponticelli Frères, vernoemd naar de drie Frans-Italiaanse broers die het bedrijf in 1921 oprichtten in Parijs, biedt industriële diensten, voornamelijk aan bedrijven in olie en gas, energie, chemie, farmacie en staal. Het gaat om constructie van en onderhoud aan fabrieken, maar ook aan dammen, windturbines, schepen en zelfs kernonderzeeërs. Dat doet de groep wereldwijd met zo’n vijfduizend directe medewerkers. Ruim 3.500 daarvan werken in Frankrijk. In 2021 haalde de groep een omzet van 785 miljoen euro.

In Kallo werken verschillende dochterondernemingen van Ponticelli mee aan de Borealisfabriek. Een daarvan is Force, gevestigd in Kapellen. Dat bedrijf doet ook onderhoudswerken bij onder meer de raffinaderij van Total in de Antwerpse haven.

Duizenden mensen in dienst

Het Italiaanse Irem werd opgericht in de Siciliaanse stad Syracuse in 1982. Via verschillende dochterondernemingen voert de groep constructie- en onderhoudswerken uit in petrochemische fabrieken, energiecentrales, raffinaderijen en aan pijpleidingen. Ook Irem heeft “verschillende duizenden” mensen in dienst over heel Europa, in Saudi Arabië, Noord-Afrika, Centraal- en Zuid-Amerika.

Een van de dochterbedrijven van Irem is Irem-General Contractor SRL (IGC), met hoofdzetel in de Roemeense hoofdstad Boekarest en onder meer een kleine vestiging in Oevel (Westerlo). IGC is het bedrijf dat oud-arbeidsauditeur Ebe Verhaegen in het vizier kreeg na getuigenissen van een Oekraïense arbeider op de Borealiswerf. IGC zou de man ver onder het minimumloon betaald hebben en met dubbele contracten gewerkt hebben om arbeidsvergunningen te pakken te krijgen.

Intussen zijn de betrokken bedrijven bijzonder karig met informatie. Ponticelli laat weten dat het tijdens het onderzoek niet wenst te reageren op de zaak. Op het hoofdkantoor van Irem was woensdag niemand beschikbaar voor een reactie. Een woordvoerder van hoofdaannemer Maire Tecnimont vertelde niet op de hoogte te zijn van de zaak.