Note-Pieter-Jan-min

Werknemers bij Flanders Make hebben brede kijk op innovatie: “Hier vallen je oogkleppen echt af”

Hoe is het om te werken ten dienste van de volledige Vlaamse industrie, in plaats van voor één bedrijf? Twee medewerkers van onderzoekscentrum Flanders Make vertellen waarom zij de oversteek maakten van de bedrijfswereld naar toegepast onderzoek en hoe ze ondernemingen met raad en daad bijstaan in hun innovatieproces.

Zowel Pieter-Jan Note als Jan Lamote werkten voor hun overstap naar Flanders Make bij grote namen in de Vlaamse industrie. Note was gedurende drie jaar aan de slag bij baggerreus Jan De Nul, terwijl Lamote twintig jaar ervaring opdeed bij technologiegigant Barco en elektronicabedrijf Connect Group.

Note kwam twee jaar geleden naar het onderzoekscentrum en werkt op dit moment als projectleider aan de uitbouw van een platform voor autonome landbouwvoertuigen, samen met machinebouwer CNH in Zedelgem. Lamote is op dit moment volop bezig met het klaarstomen van nieuwe testfaciliteiten in Kortrijk. Deze derde vestiging van Flanders Make spitst zich toe op flexibele assemblage- en productieprocessen.

Brug tussen industrie en onderzoek

“Het sprak mij bijzonder aan om in de driver seat te zitten bij het ontwikkelen van hoogtechnologische toepassingen voor de industrie en zo een breed scala aan bedrijven te kunnen vooruithelpen”, zegt Note. “Ik heb ons platform voor landbouwvoertuigen mee helpen opbouwen en kan nu ook werkelijk zien welke toegevoegde waarde het kan hebben voor de competitiviteit van ondernemingen.”

Voor Lamote was het vooral belangrijk om de brug te kunnen slaan tussen de industrie en het onderzoek, door bedrijven hoogst relevante en snel toepasbare kennis en hulpmiddelen aan te leveren. Hij is geïntrigeerd door de nieuwe technologieën die essentieel zijn in onze snel veranderende wereld en wil bedrijven steunen bij het integreren van de laatste inzichten in hun productieproces.

Zorgen voor tastbare resultaten

“Als medewerker van Flanders Make ben ik een neutrale partner voor iedereen en heb ik een brede kijk op de opties voor vernieuwing, in de bedrijfswereld maar ook bij academische instellingen”, vertelt Lamote. “Terwijl je in een bedrijf veelal focust op meer specifieke ontwikkelingen en in een competitiestrijd met concurrenten verwikkeld bent, vallen je oogkleppen echt af in een job als de mijne.”

Zijn huidige taak in Kortrijk, daarenboven dichtbij huis, zit Lamote dan ook als gegoten. “We kunnen er bedrijven werkelijk een innovatiespeeltuin aanbieden, waar ze technologieën en toepassingen zullen kunnen uittesten en snel tastbare resultaten verkrijgen, zonder zware investeringen te hoeven doen”, legt hij uit.

De nodige bewegingsvrijheid

Note apprecieert hoeveel ruimte hij op zijn jonge leeftijd al krijgt om initiatief te nemen. “Bij grote bedrijven ligt dat iets moeilijker, die zijn toch een stuk conservatiever”, zegt hij. “En als ik advies nodig heb, kan ik altijd terecht bij een enorm netwerk aan collega’s, dat bovendien nog steeds groeit.”

Die flexibiliteit uit zich ook in de werkschema’s die gehanteerd worden in het onderzoekscentrum. “We werken over de sites heen, wat voldoende bewegingsvrijheid geeft om de planning van een project efficiënt uit te voeren”, zegt Note. “Dat wil zeggen dat iedereen de verantwoordelijkheid moet nemen om ervoor te zorgen dat we binnen de projectgrenzen tot een efficiënt, tijdig resultaat komen”, beaamt zijn collega.

Flanders Make mag zich dan al  in de eerste plaats richten op de Vlaamse industrie, zijn medewerkers komen uit alle windstreken, met een diverse werkomgeving als gevolg. “Engels is daarom vaak de voertaal”, verklaart Note. “Klopt, maar bij ons neemt West-Vlaams ook een belangrijke plaats in”, lacht Lamote.

Flanders Make voert technologisch onderzoek met en voor bedrijven. Het onderzoekscentrum ontwikkelt toepassingen die de Vlaamse industrie helpt competitiever te worden dankzij product- en productie-innovatie. Flanders Make bestaat uit co-creatie centra in Lommel, Leuven en Kortrijk en labo’s bij de vijf Vlaamse universiteiten.