De Antwerpse tankerrederij Euronav vaart nog altijd op woelige zee. De tarieven voor VLCC-schepen (very large crude carriers) klimmen niet boven de 15.000 dollar. Euronav slaagt er daardoor niet in om uit de rode cijfers te klimmen.
Er was even hoop maar die is ondertussen niet bewaarheid. Voor de exploitanten van olietankers blijven het biezonder moeilijke tijden. In de afgelopen jaren zijn er te veel nieuwe tankers bijgekomen. Die zijn nog besteld in de goede tijden toen de vraag naar olie heel hoog was. De oude tankers zijn ondertussen niet opgelegd. Daardoor staat de vraag naar beschikbare capaciteit zwaar onder druk.
De prijzen waren heel even boven de 15.000 dollar geklommen doch sindsdien staan de tarieven weer onder druk. Om winst te maken moeten de reders volgens scheepvaartanalisten zeker 20.000 dollar per dag krijgen voor hun schepen.
Euronav van Marc en Virginie Saverys zag zijn bedrijfsresultaat tijdens het derde kwartaal dan ook dalen tot een verlies van 11 miljoen dollar. De omzet kwam 5% lager uit tot 93 miljoen dollar. Dat het financieel resultaat beperkt bleef tot een verlies van 27 miljoen dollar heeft alles te maken met het feit dat Euronav twee supertankers tijdelijk kon verhuren als drijvende opslagschepen voor Maersk Oil Qatar.
Na negen maanden staat daardoor een omzet van 296 miljoen dollar op de tabellen tegenover 325 miljoen dollar in diezelfde periode van 2012. Het bedrijfsresultaat zit nu 21 miljoen dollar in het rood terwijl er een nettoverlies is van 66 miljoen dollar.
Er is ondertussen slechts één positief gegeven: er worden geen nieuwe schepen meer bijgebouwd. Het lijkt er dus op dat de sanering van de sector in de komende maanden zal verder gezet worden. Op termijn moeten oudere schepen onvermijdelijk toch eens uit de vaart genomen worden. Het lijkt dus best mogelijk dat de tarieven dan eindelijk zullen uitbodemen.
