Bij Joosen-Luyckx uit Turnhout is export een noodzakelijke evolutie geweest om de toekomst van het bedrijf veilig te stellen. Meer dan 20 jaar geleden was nog 85 tot 90 procent van de productie voor de Belgische markt bestemd. Dat is ondertussen helemaal omgeslagen. “Door een strengere regelgeving hebben we ook hogere kosten gekregen”, verklaart gedelegeerd bestuurder Flor Joosen. “We hebben toen aan een productieverhoging moeten werken om die hogere kosten de baas te kunnen blijven.”
Het Turnhoutse bedrijf heeft ook andere afzetmarkten moeten aanboren om de veranderende Belgische markt op te vangen. “Midden jaren ’80 waren er nogal wat Vlaamse en Waalse vishandelaars, maar nu zijn we zelf de grootste viskweker in België. We exporteren dan ook 70 procent van ons visvoer. Dat gaat voornamelijk naar Europa. Soms exporteren we ook verder, zo hebben we een tijdje visvoer naar Afrika uitgevoerd.” Door een dalend broodgebruik is de ambachtelijke bakker minder aanwezig, waardoor ook de Belgische afzetmarkt voor bloem inkrimpt. “60 procent van de productie wordt tegenwoordig uitgevoerd, meestal naar Nederland en Duitsland.”
Via Aqua Bio, een onderdeel van de groep Joosen-Luyckx, wordt ook kaviaar geproduceerd. “Dat zakencijfer is eerder klein, maar het is wel een opmerkelijk product. In het begin was het enkel de Belgische markt, maar nu exporteren we ook, zelfs tot in Japan”, vertelt Joosen. Die export begint nog maar pas en wordt steeds groter. Toch blijkt het niet evident om ieder land binnen te geraken. “We zijn met de Verenigde Staten bezig, maar dat is moeilijk. Zij zijn de kampioenen van de vrijhandel, maar toch is het moeilijk om er voet aan de grond te krijgen.”
