Campine uit Beerse verwerft drie Franse fabrieken: “Dit is een grote stap voorwaarts”

BEERSE - Het beursgenoteerde recyclagebedrijf Campine NV verwerft drie recyclagefabrieken uit het faillissement van de Franse Recylex SA groep. "Campine kan nu nog meer grondstoffen herwinnen bij het recyclageproces", zegt ceo Wim De Vos.

De Franse groep Recylex had de boeken neergelegd op 28 april. In een vonnis van 6 juli aanvaardde het handelsgerecht in Parijs een bod van Campine op drie fabrieken uit de groep: de batterijrecyclagefabrieken van Escaudoeuvres nabij Cambrai en van Villefranche-sur-Saône nabij Lyon, en het plasticrecyclingbedrijf C2P, dat ook op de site in Villefranche is gevestigd.

Batterijbrekers

De drie fabrieken hebben een gezamenlijke recyclagecapaciteit van 90.000 ton batterijen en 11.000 ton polypropyleen plastics. "Campine is nu een van de weinige bedrijven die effectief gerecycleerde metalen, chemicaliën én plastics produceren. Met twee batterijbrekerfabrieken verhogen we onze afvalherwinningsgraad en de plasticrecyclage biedt ons enorme groeikansen."

Grondstoffen winnen

In Beerse produceert Campine jaarlijks ongeveer 60.000 ton gerafffineerd lood uit metaalafval. Dat komt hoofdzakelijk uit autobatterijen. De batterijen worden niet gebroken of ontmanteld, maar in zijn geheel verwerkt in de smeltoven. Met de nieuwe fabrieken kan Campine nog meer grondstoffen herwinnen, onder andere het plastic van de batterijbehuizing.

Investeringen

Nicolas De Backer wordt managing director van Campine France, waarin de verworven fabrieken worden ondergebracht. De tewerkstelling in de drie fabrieken blijft behouden en Campine wil er de volgende vier jaar tot tien miljoen investeren om de efficiëntie te verhogen en nieuwe technologieën te introduceren.

 

Campine neemt geen schuldverplichtingen over van Recylex, noch milieuverplichtingen die zijn gelinkt aan de voorbije smelt- en raffinageactiviteiten.