Voor de architecten was het voormalige Belgacom-gebouw een geschenk; hoge verdiepingen en talrijke glaspartijen. Maar het was ook een zware kolos met een façade uit beige natuursteen en een gesloten gelijkvloers dat amper connectie maakte met het leven op straat. Het was dus cruciaal om de voorgevel meer open en lichter te maken. De ritmering van de oorspronkelijke gevel trokken ze door om er vervolgens een nieuwe schil in aluminiumcomposiet en polycarbonaat over te trekken. De nieuwe gevel is energetisch zeer performant, voorzien van dikke isolatielagen, maar zeer licht in materialiteit.
FVWW realiseerde een verbinding met het stadsweefsel door een publieke doorsteek toe te voegen, dwars door het gebouw. Aan de rechterkant bevindt zich het onthaal van de politie, zeer zichtbaar en toegankelijk, aan de overkant heb je de kunstencampus. De twee dialogeren met elkaar via grote glaspartijen met diepe vensterbanken die als zitbank kunnen dienen. Niets in het ontwerp is dwingend, maar er is wel de suggestie van interactie via informele punten.
Voor een groot stuk bouwt FVWW verder op wat er al was; de robuuste constructie, het gevelritme en de ruimtelijke organisatie. De architecten haalden alle valse plafonds weg waardoor de betonstructuur weer zichtbaar werd, inclusief de betonreparaties. De sporen van het verouderingsproces maken het geheel levend. Wouter Willems: “Het is geen nieuw gebouw en dat verdoezelen we ook niet. Je zou kunnen zeggen dat we enkel het strikt noodzakelijke hebben gedaan. Alles wat overbodig was, hebben we weggelaten.”
De interieurs hebben steeds een zachte achtergrond, ten dienste van het gebruik. Aan alles voel je dat de architectuur zich niet opdringt. Of het nu om een zware akoestische of een gewone deur gaat, om een lambrisering of een akoestisch paneel, alles is uitgevoerd in hetzelfde materiaal. Het uniforme meubilair is opgetrokken in licht constructiehout waardoor de volumes niet te zwaar aanwezig zijn.