Jardin Albert palmde vijf zomers lang een terrein naast het Albertkanaal in, waar de broers Nick en Brent Van Rooy in het laatste jaar ook een volwaardig restaurant aan het pop-upconcept toevoegden. Maar toen de Raad van State vorig jaar alsmaar vaker vergunningen voor zonevreemde pop-upbars schorste, durfde het stadsbestuur geen vergunning meer af te leveren. Halsoverkop gingen de broers Van Rooy op zoek naar een alternatief. Dat vonden ze op een groen perceeltje op de Augustijnenlaan, ruwweg tussen de supermarkten Delhaize en Lidl in. Maar de zomerbar/restaurant met een capaciteit van ruim 400 bezoekers lag zo ook tegen de achterkant van de Grote Markt aan.
Dat er nu weer een openbaar onderzoek gestart is over een zevende editie van Jardin Albert wekt bij een aantal horeca-uitbaters van het centrum wrevel op. Jef Engelen van café Druyts, Mill Wuyts van café Roxy, Wim Van Doninck van De Beiaard, Kurt Maes van bistro De Swaen, Wouter Bex en Philippe Rits van café Max, Stijn Janssens van Bar Human en Angela Van Lent van De Zuuten Inval hebben hun grieven in een open brief aan het stadsbestuur verwoord. De Herentalse herbergiers willen wel benadrukken dat hun actie politiek kleurloos is.
Geen terrasbelasting
“We zijn op zich niet tegen zomerbars, dergelijke initiatieven kunnen bijdragen aan een bruisend zomerbeeld en extra bezoekers aantrekken”, stellen de kroegbazen. “Maar een tijdelijke horecaspeler in het centrum ervaren wij als vaste horeca toch vooral als onevenwichtige concurrentie. Zeker in de zomer, wanneer wij hier rond de markt al geconfronteerd worden met de impact van allerlei evenementen, festivals en bijkomende logistieke uitdagingen, betekent dit een extra druk op onze werking en rentabiliteit.”
Een tijdelijke horecaspeler in het centrum ervaren wij als vaste horeca toch vooral als onevenwichtige concurrentie.
Cafébazen stadscentrum
De ondernemers halen in hun brief verschillende argumenten aan. Zo geldt niet voor alle pop-upbars de verplichting van een geregistreerd kassasysteem, moeten zij geen terrasbelasting betalen en ligt Jardin Albert toevallig aan een straat met gratis parkeren, terwijl “onze klanten moeten betalen om te parkeren op locaties zoals het Kerkplein, de Grote Markt en omliggende straten”. Van horen zeggen hebben de horecahandelaars dat de zomerbar gebruik zou kunnen maken van stadsaansluitingen voor elektriciteit, aan een aanzienlijk lager energietarief.
“We vinden de toelating van een pop-uphorecazaak binnen het centrum daarom een vorm van concurrentievervalsing. Bovendien hoorden we dat er vorig jaar meerdere klachten waren van omwonenden. Er is toen ook duidelijk gecommuniceerd dat de vergunning op de Augustijnenlaan eenmalig zou zijn. En we hopen dat de huidige burgemeester zich houdt aan zijn verkiezingsbelofte om geen zomerbars binnen de ring meer toe te laten.”

Eerder geweigerd
Burgemeester Jan Bertels (Vooruit) zegt vanop zijn vakantieadres dat hij zich zeer bewust is van die belofte. Maar hij wijst er op dat er al even sprake is van meer dan een tijdelijke zomerbar. “De ondernemers willen daar gedurende vijf jaar iets permanent opzetten, dat dus niet louter tot de zomer beperkt zou blijven. Het gaat intussen om een ander verhaal waarover de gesprekken tussen stad en initiatiefnemers momenteel nog lopen. Ik kan een ondernemer niet verbieden om te ondernemen, of het nu op die plaats is of op de Grote Markt”, zegt de Herentalse burgervader.
Voor alle duidelijkheid: daar gaat het openbaar onderzoek dat momenteel loopt niét over, dat is een aktename door de stedelijke administratie over de komst van de tijdelijke zomerbar annex restaurant. Maar de broers Van Rooy dienden vorig jaar al eens een vergunningsaanvraag in om er iets permanent te mogen uitbaten. Dat is door het (toenmalige) stadsbestuur geweigerd, ook al na bezwaarschriften van verschillende horecaondernemers in het centrum.
Het is niet zo dat we zelf zo zot zijn van pop-ups, we worden nu eenmaal in die formule gedwongen.
Nick en Brent Van Rooy, uitbaters Jardin Albert
“Onze bedoeling was ook wat verkeerd begrepen”, zeiden de broers daar nadien over. “We willen ons restaurant daar het hele jaar houden, met alleen in de zomermaanden onze zomerbar erbij. Het is dus niet zo dat die bar het hele jaar open zou zijn. We vragen meer continuïteit. Het is niet zo dat we zelf zo zot zijn van pop-ups, we worden nu eenmaal in die formule gedwongen.”