Bert Josten en zakenpartner Femke Van Ginkel namen in mei 2019 de uitbating van de brasserie in de zuidvleugel van de boerderij in Merksplas-Kolonie over. Twee jaar later besloten ze om ook het toekomstige hotelgedeelte op de voormalige landloperssite erbij te nemen. “Normaal gezien zou het hotel al klaar geweest zijn”, vertelt Femke Van Ginkel. “Maar door omstandigheden zoals het coronavirus en materiële zaken heeft het allemaal wat langer geduurd. Nu wordt het eindelijk concreet. Er is al heel wat gebeurd aan de buitenkant en binnenkant van het erfgoedgebouw. Volgende week start de afwerkingsfase met onder meer de muren, badkamers en verlichting. Die werken zouden in augustus afgerond moeten zijn. Daarna gaan wij nog aan de slag om alles in te richten. De oude elementen van het gebouw worden gerespecteerd.”
Charme en comfort
“De bedoeling is om in het najaar de eerste hotelgasten te ontvangen. In totaal beschikken we dan over 43 hotelkamers en negen meetingzalen. De zes kamers die er nu al zijn in een van de gerenoveerde stallen zijn daar bij inbegrepen. Die gaan we in dezelfde stijl herinrichten zodat alles klopt. In twee hotelkamers is er plaats voor een wellness. We mikken niet op het luxesegment, maar bieden wel met Kempense charme en gastvrijheid het nodige comfort voor bezoekers. Mensen en bedrijven moeten hier graag willen komen.”
10 miljoen euro
Het totale kostenplaatje van het hotelproject in Merksplas-Kolonie bedraagt 10 miljoen euro. Een groot deel van dat bedrag wordt gesubsidieerd door onder meer de gemeente Merksplas. “We proberen nauw samen te werken met de gemeente en de Koloniën van Weldadigheid”, legt Femke uit. “Voor Merksplas moet dit een paradepaardje worden. De investeringen van de gemeente zijn goed besteed met het oog op het toeristische luik van Merksplas-Kolonie. We zijn een van de startpunten van het fietsarrangement in De Grensvallei, de toeristische samenwerking van vier gemeenten. Merksplas-Kolonie bestaat tweehonderd jaar en dat krijgt dit jaar de nodige aandacht.”
Groene omgeving
“De combinatie van vergaderzalen, blijven slapen en de groene omgeving heeft de nodige aantrekkingskracht”, zegt Bert Josten. “Vroeger gingen bedrijven vaak naar een stad voor een meeting, vandaag kiezen ze eerder voor een locatie in het groen. De benaming van de zalen is gebaseerd op het landlopersverleden, met namen als onder andere Kolonisten en De Weldaad. Ook in de namen van de hotelkamers komt dat verleden terug. Voor het hotel gaan we een vijftiental personeelsleden aanwerven, want het moet zeven dagen op zeven open zijn.”
