Eerst een bekentenis: we hebben ontbeten met Christophe en Steven, maar niet ’s ochtends. De werkdag begint voor de ene om 4 uur, voor de andere om 6 uur. In die eerste uren van de dag hebben ze echt geen tijd voor een rustige babbel.
Als we in de namiddag aankomen bij Alfa Fish in Brecht, staat er niettemin een prachtig ontbijt klaar. “Ons moeder heeft haar best gedaan”, grinnikt Christophe. Zalm, mosselen, allerlei vissalades, maar ook kaas, brood en zoetigheden staan uitgestald op twee hoge tafels. Ernaast staat een trapladdertje. “Ons mama denkt aan alles. Dat trapje is voor de fotograaf. Zo heeft die een beter overzicht op haar hele ontbijt.” Het zegt iets over de zorg en het oog voor detail in dit familiebedrijf.
Michel, de vader van Steven en Christophe, zit in de kamer ernaast met zijn neus in de cijfers. Hij is nog altijd verantwoordelijk voor de boekhouding. Zijn vrouw Greet helpt in de winkel. Ze maakt elke dag de werkregeling. Michel ligt aan de basis van dit bedrijf. Als zelfstandig boekhouder kwam hij geregeld in de haringrokerij die op deze plek stond. Vijfentwintig jaar geleden wilde de eigenaar ze van de hand doen. Omdat hij al lang droomde van een eigen bedrijf, besloot Michel de rokerij zelf te kopen. Hij bouwde ze om tot een groothandel in vis en opende een viswinkel.
Waren jullie van jongs af aan geïnteresseerd in de visgroothandel?
Steven Timmermans: “Maar nee, wij zaten toen nog in de lagere school. Wij kwamen hier weleens spelen. En later heb ik hier vakantiewerk gedaan, maar we dachten er toen allebei niet aan om ooit zelf in deze zaak te stappen.”
Steven heeft voor handelsingenieur gestudeerd, Christophe heeft TEW gedaan. Hoe zijn jullie dan toch in de visbusiness beland?
Steven: ”Ik heb tien jaar geleden de stap gezet. Ik werkte bij de bank Rothschild, maar ik was toe aan iets anders. Toen ik in het bedrijf kwam, leverden we met drie bestelwagens aan klanten in een straal van 15 kilometer rond Brecht, nu leveren we met negentien bestelwagens in heel België.”
“De vraag toen was: willen we meer winkels openen? Of kiezen we voor de groothandel? Ik zag meteen een opportuniteit in de sushi-markt. Die restaurants schoten als paddenstoelen uit de grond. Ik ben dan zalm uit Noorwegen en tonijn uit de Malediven beginnen in te voeren. Dankzij die sushi-restaurants groeiden we pijlsnel.”
Wanneer ben jij erbij gekomen, Christophe?
Christophe Timmermans: “Tweeënhalf jaar later. Ik wilde eerst totaal niet. Ik had in de financiële wereld in Londen gewerkt en was aan de slag als consultant in Brussel. Maar toen belde Steven me. ‘Christophe’, zei hij, ‘die sushimarkt boomt. Ik heb goeie ideeën en grote plannen. Ik heb je al vaak gevraagd om in de zaak te stappen. Nu wil ik duidelijkheid: ofwel sluit ik een overeenkomst met papa en neem ik de zaak over, ofwel doen we het samen en dan kunnen we nog serieus groeien.’ Zo heeft hij me overtuigd.”
En gaat dat goed, met je broer samenwerken?
Steven: “Ik ben heel blij dat we maar met twee zijn. We moeten gewoon met onze ouders en met elkaar overeenkomen. Dat is duidelijk en eenvoudig. En dat gaat prima.”
Christophe: “In het begin deden we veel samen en alles een beetje door elkaar, maar na zeven jaar hebben we elk onze eigen verantwoordelijkheid. We vertrouwen elkaar. We overleggen vaak, maar soms zeg ik: ‘Steven, ik hoef dit niet te weten. Ik vertrouw erop dat je het goed doet.’”
Steven: “Ik wil wel graag van alles op de hoogte zijn. Christophe heeft de tonijnimport voor zijn rekening genomen. Ik heb alle vertrouwen in hem, maar toch wil ik er nog alles over weten. Hij kan gemakkelijker loslaten.”
Christophe: “Steven heeft meer de neiging om zich met het operationele bezig te houden, ik denk wat strategischer.”
Steven: “We vullen elkaar dus goed aan. Spanningen zijn er eigenlijk nooit.”

Hoe ziet jullie werkdag eruit?
Steven: “Ons bedrijf draait 24 uur op 24. ‘s Nachts werkt hier een team dat de vis die ’s avonds binnenkomt, versnijdt, portioneert en op maat verpakt. Er is ook een klein team van bedienden aan het werk die de laatste bestellingen manueel moeten ingeven of aanpassingen moeten doorvoeren.”
Christophe: “Een van ons begint om 4 uur ’s morgens, de andere om 6 uur. Eerst lossen we de kleine problemen op, dan komen de chauffeurs aan en moeten de bestelwagens worden geladen. Als die vertrokken zijn, beginnen we aan te kopen. De veilingen in Zeebrugge en Oostende openen om 6.30 uur. Er zijn ook nog vroege veilingen in Frankrijk en Nederland waarop we ook digitaal kunnen kopen.”
“In de loop van de ochtend moet ik dan geelvintonijn bestellen in Sri Lanka, Oman, de Filipijnen, de Malediven of Zuid-Afrika. Die laten ’s nachts weten wat ze te bieden hebben. Als we beslissen te kopen, gaat de verse vis daar meteen naar de luchthaven. Intussen handelen wij de administratieve formaliteiten af met een agent in Zaventem. Die tonijn komt hier tegen de avond aan, wordt meteen versneden en is de volgende morgen bij de klant.”
Steven: “We hebben de taken verdeeld. Christophe doet de aankoop van de verse producten, ik doe de diepvriesproducten en de schaal- en schelpdieren. Wat personeel betreft, stuurt Christophe het logistieke personeel en de vertegenwoordigers aan, ik de mensen in de productie. In de namiddag hebben we dan tijd voor contacten met de klanten en ons salesteam. Die bezoeken vooral tussen de lunch- en de avondshift de restaurants.”
Wanneer slapen jullie eigenlijk?
Christophe: (grinnikt) “Dat is een probleem. Gelukkig heb ik aan een uur of vijf slaap genoeg. Steven heeft meer nodig.”
Steven: “Ja, ik lig meestal tegen 9 uur ‘s avonds in mijn bed.”
Wanneer stopt jullie werkdag?
Christophe: “Rond 17 uur proberen we naar huis te gaan. Wie daarna belt, komt op de voicemail van het bedrijf terecht. We hebben een uitstekend team dat de zaken dan behartigt.”

Hebben jullie een gezin?
Steven: “Ik heb een vrouw en een zoontje, Vic. Hij is anderhalf. In juli, midden in het mosselseizoen, wordt een tweede kindje geboren. Slechte timing (lacht). Het is dan altijd heel druk. De handel in mosselen is vooral mijn ding.”
Christophe: “Ik heb een vriendin. Ons zoontje Alexander is één jaar en vier maanden.”
Zelfs jullie kinderen zijn ongeveer even oud.
Steven: (grijnst) “Hij aapt me altijd na.”
Hebben jullie partners ook een baan?
Christophe: “Na de geboorte van Alexander heeft mijn vriendin haar job als importagent bij een rederij opgegeven.”
Steven: “Mijn vrouw werkt in een boekhoudersbedrijf. Sinds Vic er is, werkt ze vier vijfde. We hebben allebei een geweldige partner. Anders zou het niet lukken.”
Sorry dat ik het vraag, maar vinden jullie partners het niet vervelend dat jullie altijd met een visgeur thuiskomen?
Steven: “Ik moet mijn kleren altijd in de garage uitdoen.”
Christophe: “Ik gooi ze ook zelf in de wasmand. Ik denk niet dat mijn vriendin het zou appreciëren als ik mijn werkkleren in huis zou laten slingeren.”
Hebben jullie nog tijd voor andere dingen behalve vis verhandelen?
Christophe: “Ik ga elke maandag padellen, en dinsdagavond speel ik zaalvoetbal. In het weekend ben ik er voor mijn vriendin en ons zoontje. Dan doen we een uitstapje of iets anders leuks. Het weekend is voor mijn gezin.”
Steven: “Ik ga weleens joggen, maar ’s avonds wil ik toch vooral bij Vic zijn. Ik lees hem elke avond een verhaaltje voor.”
De omzet van jullie bedrijf blijft groeien. Hoe zien jullie de toekomst?
Christophe: “Wij groeien organisch. We doen voorlopig geen overnames. Onze klanten brengen gewoon nieuwe klanten aan.”
Breiden jullie ook het aanbod uit?
Christophe: “Naarmate we meer klanten hebben, komen er ook meer vragen naar andere producten. Wij zeggen tegen onze klanten: ‘Als u iets zoekt van vis, schaal- of schelpdieren, dan leveren we dat. Als we het zelf niet hebben, kennen we mensen die het voor ons kunnen regelen.’ We hebben een sterk netwerk en veel ervaring. We kunnen echt veel.”

Kopen jullie echt in de hele wereld vis?
Christophe: “Ja, eigenlijk wel. Ook de diepvriesproducten komen van overal. Maar we hebben een voorkeur voor vis uit de Noordzee. We houden van lokaal, duurzaam en korte keten.”
Steven: “We verkopen ook de niet zo populaire Noordzeevis, zoals pieterman, wijting of rode poon. Noordzeevissers vissen op tong, maar in de netten zitten vaak andere, kleinere soorten. De supermarkten zijn daar minder in geïnteresseerd. Wij proberen ze wel aan onze klanten en in onze winkel te verkopen.”
Christophe: “Duurzaamheid is echt belangrijk voor ons. We zullen nooit de bedreigde blauwvintonijn aankopen.”
Steven: “Hier gaat niets verloren. Visafval verkopen we aan bedrijven die visfonds en andere gerechten maken. Het piepschuim waarin de vis verpakt is, malen we hier en persen we tot platen die in de bouwsector kunnen worden gebruikt. Als we meer vis hebben ingekocht dan onze klanten nodig hebben, bieden wie die in onze winkel aan als ‘catch of the day’.”
Is dat jullie sterkte, die duurzaamheid?
Steven: “En onze zorg voor kwaliteit en service. Neem nu de mosselen. Elke morgen koken de koks van onze viswinkel een potje mosselen, en elke dag proeven Christophe en ik die. Dan maken we een rapport voor onze klanten, zodat die precies weten wat we in huis hebben. We waken constant over de kwaliteit van onze producten. En we willen overal op tijd zijn. Onze klanten kunnen op ons rekenen. Ik denk dat dat onze kracht is.”
Hier werken zeventig mensen. Wat voor bazen zijn jullie?
Steven: “Wij zijn extreem toegankelijk. Wij zitten de hele dag in het midden van de actie. Iedereen kan ons aanspreken. We gaan naar de trouwfeesten van onze mensen, we weten wanneer er kinderen worden geboren. Ons personeel kent onze familie, onze vader en moeder, mijn vrouw, mijn kind. We vormen een ‘Alfa-familie’, zeggen we weleens.”
Eten jullie zelf veel vis?
Christophe: “Vier tot vijf dagen per week. Ik heb het graag en het is gezond. Ik raak het eigenlijk nooit beu. Ik ga ook graag eens eten bij onze klanten, om te proeven wat ze met onze producten doen.”
Welke vis eten jullie het liefst?
Christophe: “Zeebaars is er zowel wild als gekweekt, maar ik heb hem het liefst wild.”
Steven: “Ik hou van zeeduivel, maar eigenlijk ben ik toch vooral een grote mosselliefhebber.”
Kennen jullie Antwerpen goed?
Christophe: “Ik woon op het Eilandje, maar ik verhuis binnenkort naar Brecht. Steven woont hier al tien jaar. Ik vind Antwerpen heel tof, ik woon er graag, maar ik moet eerlijk zijn: ik ben vaker in Brecht dan in Antwerpen. Praktisch zal het gemakkelijker zijn om hier te wonen. Maar als we in de toekomst willen uitgaan in de stad, zal het altijd Antwerpen zijn.”
Jullie zijn nu elke dag bezig met vis. Zouden jullie ook niet graag eens iets anders verkopen?
Steven: “Nee, we hebben iets opgebouwd en dat willen we niet laten vallen. We hebben kennis verworven en een netwerk opgebouwd dat altijd maar groeit. Niemand in Vlaanderen kent zoveel van tonijn als onze Christophe.”
Christophe: “Er is zoveel variatie in vis. We verkopen nu ook kweektong en -tarbot. Het heeft lang geduurd voor die producten rendabel waren. We hebben dat hele proces mee gevolgd. Er zijn altijd nieuwe dingen in onze sector. Het blijft boeiend.”
Steven: “Ik wil dit zeker nog dertig jaar doen.”