“Het gaat de goede richting uit in Vlaanderen. Maar we moeten waakzaam blijven, het aantal starters blijft nog steeds onder het niveau van 2011”, zegt UNIZO-topman Karel Van Eetvelt naar aanleiding van de meest recente startercijfers van Graydon i.s.m. UNIZO en UCM. Tijdens de periode januari tot en met augustus steeg het aantal starters in Vlaanderen met 1,5%. We tellen 25.083 starters ten opzichte van 24.713 tijdens dezelfde periode vorig jaar. Op federaal niveau ziet de evolutie er minder rooskleurig uit. Het aantal starters in België daalde met 2,4% in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar.
De verschillen tussen de gewesten en provincies onderling blijven groot. In de periode januari tot en met augustus 2013 telde België 46.119 starters. In dezelfde periode dit jaar 45.011, ofwel 1.108 starters minder (-2,4%). In Wallonië is de daling ten opzichte van vorig jaar zeer uitgesproken met -8,57%. Het aantal starters daalde er van 13.015 in 2013 tot 11.899 dit jaar. Brussel noteert een daling met 1,91 en telt 6.305 starters tijdens de eerste 8 maanden van 2014.
Provinciale verschillen
In West-Vlaanderen stijgt het aantal starters het sterkst met 6,04%. In Vlaams-Brabant en Waals-Brabant is er een stijging met telkens 2,96%. Limburg kent een stijging van 2,4%.
De andere provincies laten allemaal een daling optekenen van het aantal starters. De grootste daling is er in de provincie Luik. Daar neemt het aantal starters af met maar liefst 18,09% tot 3.622 ten opzichte van 4.422 in 2013. In de provincies Namen en Luxemburg daalt het aantal starters respectievelijk met 5,9% en 6,6%. Henegouwen kent een daling met 4,2%. In Vlaanderen laat Oost-Vlaanderen een daling optekenen met 0,95%. Het aantal starters daalt er tijdens de eerste 8 maanden van 5.571 tot 5.518. Antwerpen noteert een lichte daling met 0,5% en komt uit op 7.410 starters.