Vleesbedrijf zorgt voor beroering in Mol

slachthuis

De activiteiten van een vleesverwerkend bedrijf zorgen voor beroering in Mol. Het Barbants Dagblad (NL) meldde dat de Nederlander W.S. samen met zijn zoon een nieuw vleesverwerkend bedrijf is begonnen in Mol. In eigen land wordt hij verdacht van de betrokkenheid bij een groot paardenvleesschandaal en moet hij 24 maart voor de rechtbank komen.

W.S. wordt ervan beschuldigd paardenvlees in puur rundvlees te hebben verwerkt en dat als rundvlees te hebben verkocht. De feiten kwamen in 2013 aan het licht. In heel Europa moest toen 50 miljoen kilo vlees van zijn bedrijf uit de handel worden genomen.

Geen milieuvergunning
Naar aanleiding van de berichtgeving in Nederland over de ‘omstreden Nederlandse vleesverwerker’ startte het gemeentebestuur van Mol een onderzoek naar de bvba International Meat Trading. “Deze Belgische firma voert vermoedelijk vleesverwerkende activiteiten uit in het voormalige slachthuis in de Slachthuisstraat in Heidehuizen”, meldt schepen van Milieu Peter Van Rompaey. “We bevestigen dat deze firma niet over een milieuvergunning beschikt en hiervoor ook geen aanvraag heeft ingediend. Daarnaast heeft de firma nooit een officiële mededeling gemaakt van zijn activiteiten op deze locatie. Blijkbaar is deze firma al sinds januari 2014 actief op dit adres. De officiële zetel van de firma is in Merksplas. International Meat Trading huurt in Mol blijkbaar een bedrijfsruimte van een andere firma die wel over een milieuvergunning beschikt voor vleesverwerkende activiteiten in het voormalige slachthuis.”

Gisternamiddag zijn diensten van IOK in opdracht van het gemeentebestuur ter plaatse geweest voor een inspectie, maar zij stonden voor een gesloten deur en er waren geen activiteiten aan de gang. De gemeente heeft het Federaal Voedselagentschap verwittigd. “De gemeente kan geen inspectie uitvoeren naar de voedselveiligheid binnen deze firma”, benadrukt Van Rompaey. “Wij staan voor het controleren van de milieuvergunning. De komende dagen zetten we dit onderzoek verder.”