Wat hebben we nog in de aanbieding? Alleen Geel heeft nog meer dan 5 hectare beschikbare industriegrond, zo blijkt. In Geel is er nog 24,3 hectare vrij, in Westerlo 3,2 hectare, in Meerhout 2,1 hectare en in Kasterlee 1,6 hectare. Dat is alles.
Te weinig, zegt de ondernemersorganisatie Voka Mechelen-Kempen, dat de ruimtebehoefte van bedrijven tot 2040 in beeld bracht. “Voor het arrondissement Turnhout is er nood aan 454 hectare”, zegt gedelegeerd bestuurder Tom Laveren. Elk jaar is er vraag naar 28,5 hectare bijkomende ‘paarse’ grond, dus over twee jaar zou alles op zijn. Volgens Voka is de vraag in 2040 vijftien keer groter dan het huidige aanbod.
Er zijn nog andere gronden, maar die zijn niet onmiddellijk beschikbaar. “Daarom moeten provincie, steden en gemeenten snel werk maken van die beschikbaarheid”, zegt Guy Beyens, expert Ruimtelijke Ordening bij Voka. “In de regio Mechelen-Kempen is er een theoretisch aanbod van 1.153 hectare aan onbenutte bedrijfsterreinen, maar ze zijn te watergevoelig, niet goed ontsloten of ze hebben momenteel een andere functie. Als alle beleidsniveaus meewerken, kan 429 hectare binnen dit en vijf jaar beschikbaar zijn”, meent Tom Laveren.
Vlaanderen wil vanaf 2040 geen extra open ruimte meer inpalmen. “Die bouwshift is strenger dan elders in Europa, waar pas in 2050 een bouwshift geldt”, zegt Tom Laveren. “Dan wordt het onmogelijk om nieuwe bedrijventerreinen te creëren. Daarom gaat Voka de volgende maanden in gesprek met provincie- en gemeentebesturen.”
Geel
Wat er dan precies mis is met de 24 hectare industriegrond in Geel, terwijl de vraag zo groot is? Daarop heeft bedrijvenzonespecialist Dimitri Deiteren van IOK een antwoord. Hij weet dat het om de bedrijvenzone Liessel gaat. Een terrein dat intussen volledig gegund is aan bedrijven. De riolering en weginfrastructuur zijn aangelegd, één firma zou er al aan het bouwen zijn. “Vermoedelijk was die gunning nog niet gebeurd toen Voka die oefening rond beschikbare bedrijfsgronden maakte. Dat is begrijpelijk, maar het geeft tegelijk aan hoe snel het gaat en hoe groot de vraag naar bedrijventerreinen is.”
