‘Ik ken een cowboy, een eenzame cowboy. Arme cowboy, waarom ging jij toch heen?’ Dat zong Bobbejaan Schoepen in 1952, het jaar waarin Queen Elisabeth de Engelse troon besteeg en het sprookjesbos de Efteling openging. Negen jaar later zou Belgiës bekendste cowboy zijn Bobbejaanland openen op een moerassig domein van 30 hectare in Lichtaart.
“Dat het hier vroeger moerasland was, dat voelen wij nog altijd”, zegt Yves Peeters, CEO van Bobbejaanland. “Onze nieuwste achtbaan The Fury staat stevig verankerd op 400 pilaren die door de moerasgrond 14 meter diep zitten, 17.000 bouten houden de attractie bij elkaar.”
Bobbejaan wordt 100: tijd voor een feestje?
“We vieren dat met een dag die helemaal in het teken van Bobbejaan staat. Het hoogtepunt wordt de onthulling van het nieuwe standbeeld, dat aan de ingang van Bobbejaanland zal staan. Ik ben het enkele weken geleden al met de familie gaan bekijken in het atelier van Bram Buytaert: het is een heel knap standbeeld geworden.”
“Ik zie Bobbejaans familie twee tot drie keer per jaar, wij hebben een goed contact. Bobbejaans liedjes zullen morgen ook in het park gezongen worden. In de wachtrijen gaan we een Bobbejaan Schoepen-karaoke doen: je kan er de songteksten van zijn grootste hits, zoals Lichtjes van de Schelde en Cowboy Jimmy terugvinden, zodat je mee kan zingen.”
Café zonder bier of Le temps des cérises: welk liedje van Bobbejaan is jouw favoriet?
“Da’s moeilijk, om uit zijn uitgebreide repertoire te kiezen…. Ik hou wel van muzikanten die in het Nederlands levensliederen brengen, zoals Gorki. Ik kijk ook al uit naar zondagavond 18 mei, wanneer Bobbejaans liedjes gebracht worden door artiesten Isabelle A, Barbara Dex, Jan De Smet, Liliane Saint-Pierre, Marcel Vanthilt en Otto-Jan Ham. De Bobbejaan 100 XL Show wordt één grote ode aan Bobbejaan, in de iconische theaterzaal waar het voor hem allemaal begon in 1961.”
Hoe hou je de geest van Bobbejaan de rest van het jaar levend in het park?
“Met muziek. Deze zomer gaan er weer nocturnes zijn, waarbij we lokale bands laten optreden in het park dat tot negen uur ’s avonds openblijft. Dat locals hier hun gitaar bovenhalen en bij het vallen van de avond in het cowboydorp staan zingen, dat zou hem wel plezier hebben gedaan, denk ik.”
“Vorig jaar hebben we ook aan Jérémie Vrielynck gevraagd om een Bobbejaanland-lied voor ons te maken. Dat heet Een hoed vol avontuur, als ode aan Bobbejaan, die zoveel mooie ideeën voor het park uit zijn hoed heeft getoverd. Ik betrap de medewerkers er soms op dat ze het staan te zingen als ze aan het werk zijn, het is een aanstekelijke melodie.”
Kwam je als kind ook al naar Bobbejaanland?
“Het eerste pretpark dat ik als kind bezocht, was Bobbejaanland. Ik kom uit de Limburgse Kempen, dus het was het park dat het dichtst in de buurt lag. Ik herinner me als kind nog hoe ik uitkeek naar de auto met Bobbejaan, waarin hij toen geregeld door het park reed. Die auto was heel bijzonder, een witte Pontiac van bijna 5 meter lang, met stierenhoorns erop. Voor mij als kleine jongen was Bobbejaan zelf in levenden lijve zien een attractie op zich.”
En nu zit jij hier aan het stuur, op de plek van wijlen Bobbejaan Schoepen. Een droomjob?
“Ja, dat vind ik wel. Al is de witte Pontiac er niet meer, die bewaart de familie Schoepen. Maar morgen kan je hem ter ere van Bobbejaans 100ste verjaardag nog een keer in het park komen bewonderen.”
“Ik heb een golfkar of een fiets om door het park te rijden. Maar eigenlijk wandel ik het liefst door het park, da’s leuker. Dan stop je al eens vlugger voor een babbeltje, zo weet je wat er leeft bij de medewerkers. En ik heb ook de gewoonte om met mijn gsm foto’s te nemen als er iets niet oké is: bijvoorbeeld een vuilbak die te vol zit, een bord dat scheef staat… Dan kan je heel snel en direct problemen oplossen.”

Zijn je mensen dan niet bang als ze jou zien aankomen?
“Dat denk ik niet, ik probeer echt heel toegankelijk te zijn. We hebben een kern van 60 vaste medewerkers, die zich uitbreidt tot 200 mensen als het park open is. Dat gaat tot wel 400 mensen als het Halloween is: dan is er enorm veel animatie, met veel acteurs die je doen griezelen. Met zoveel nieuwe mensen elk seizoen in het park is het normaal dat niet alles meteen perfect is, dan is het nodig om snel op de bal te kunnen spelen. Zo ben ik er zeker van dat de beleving voor wie hier een dagje plezier wil maken, altijd goed zit.”
“Wij focussen ook op het positieve: elke dag krijgt één iemand die hier werkt een WOW!-kaart. Wie dat wordt, kiezen we samen, na overleg met de afdelingshoofden. Weet je waar bezoekers hier in Bobbejaanland de hoogste tevredenheidsscore aan geven? Aan de vriendelijkheid van onze medewerkers. Daar ben ik fier op.”
Loop je hier zelf ook met een glimlach door het park?
“Ja, vaak wel. Een pretpark mogen leiden is ook gewoon prettig. De positieve vibe die hier in Bobbejaanland hangt, die is gewoon besmettelijk. Kijk maar rond je heen: het enthousiasme van een groep scholieren die lachend uit een attractie komen, een familie die gezellig zit te picknicken bij het water, de vogeltjes die vrolijk fluiten…. Daar word je toch vrolijker van dan wanneer je door de gangen van een doorsneebedrijf wandelt, niet?”
“Ik ben hier begonnen in 2014 als finance director. Daarvoor heb ik gewerkt in de telecom- en energiesector, dan stond ik in de file naar Brussel of Antwerpen. Er zijn maar weinig sectoren waar je als CEO zoveel directe voldoening van je job hebt als hier in Bobbejaanland.”
“Het leukste is dat ik heel direct merk of ik mijn werk goed doe: als ik mensen hier lachend door het park zie lopen, dan weet ik dat we goed bezig zijn als team. Mijn job is niet een pretpark leiden, maar mensen een dag lang gelukkig maken: da’s toch mooi?”
Zit je als baas van het plezantste land soms ook over een budget gebogen tot in de late uurtjes?
“Dat gebeurt. Net als de bazen van dit land moeten wij soms ook besparen: de coronacrisis, de energiecrisis, de inflatie… Soms kijk ik wel licht jaloers naar de grotere budgetten die parken als de Efteling hebben. Maar dat daagt me net uit om met ons budget zo creatief mogelijk om te springen, zonder dat we daarbij op veiligheid of kwaliteit besparen. En ik ben altijd trots als we iets nieuws kunnen lanceren, zoals later dit jaar ‘Bobbejaanland wintert’.”
Komt de kerstman straks naar Bobbejaanland?
“Ja, dat gaat prachtig worden, met lichtjes, muziek, een kerstmarkt, een ijspiste… We weten vanuit onze ervaring met Halloween dat mensen het niet zo erg vinden als het weer slechter is als er genoeg te beleven valt. Tachtig procent van onze attracties kan ook in de winter gebruikt worden.”
We zitten hier nu te ontbijten, maar je kan hier ook het lekkerste ijs van de Kempen eten.
“Het IJssloeberke, dat bekroond is door Gault&Millau als beste ijshoeve, heeft hier sinds een drietal jaar ook een ijskraam staan. De broodjes, croissants, yoghurt met fruit van ons ontbijt, die komen van Panos.”
“De meeste bezoekers willen frieten met een Bicky Burger, maar voor wie iets gezonder wil, hebben we ons aanbod uitgebreid: slaatjes, veggie opties, gezonde broodjes, een stuk fruit… Of zelf je picknick meenemen, dat kan natuurlijk ook.”
Voor zieke kindjes is Bobbejaanland bezoeken soms een laatste wens. Ranya, die in een rolstoel zat, vond het ‘de mooiste dag van haar leven’.
“Zulke vragen lopen hier geregeld binnen, soms via Make-A-Wish, soms via andere kanalen: daar gaan we zo vaak als mogelijk op in. Ook onze rolstoeltoegankelijkheid vind ik heel belangrijk: ervoor zorgen dat mensen met een beperking een zo fijn mogelijke dag beleven, daar gaan we voor.”
“Ik vind dat je als pretpark een maatschappelijke rol hebt te spelen. In het verleden hebben we bijvoorbeeld al geregeld samengewerkt met sociale werkplekken als De Sprong voor het groenonderhoud en Lidwina voor de aanpassing van onze uniformen. Als er een nieuwe attractie moet komen, dan spreken we lokale bedrijven aan, zoals Inbo voor het timmerwerk en Albo Betonbouw voor bijvoorbeeld funderingen.”
“Met onze buren heb ik ook geregeld contact. Bij de nieuwe attracties beperken we zoveel mogelijk de geluidshinder, hoor maar eens hoe stil The Fury is… Geen kedeng-kedeng meer, elke keer als een wagon over de kop gaat. Zodat die mensen tijdens de zomer ook in hun tuin kunnen zitten zonder lawaai.”

Krijg je soms ook hoog bezoek, van de koning of zo?
“De koninklijke familie, dat kan ik me niet herinneren. Maar veel BV’s komen hier graag een dagje met hun familie genieten, al doen ze dan wel hun best om niet te herkenbaar te zijn. Het is niet leuk als je de hele dag wordt aangesproken, natuurlijk.”
“Elke bezoeker mag zich hier de koning te rijk voelen: wie jarig is, krijgt een ‘birthday badge’ opgespeld, en mag samen met drie anderen aan 40 procent korting binnen.”
Hoe ziet de typische bezoeker van Bobbejaanland eruit?
“Da’s heel divers, dat begint bij gezinnen met kinderen, voor wie Bobbejaanland een echte familie-uitstap is. Al gebeurt het ook dat grootouders meekomen. Je hebt de jongeren die hier op schoolreis komen met hun klas. En natuurlijk de vriendengroepjes of jonge koppeltjes die een dagje avontuur willen beleven. Als tiener kwam ik zelf ook met een aantal vrienden naar het park voor een dagje plezier, jongens onder elkaar. Dertigers en veertigers zonder kinderen zie je niet zo vaak, maar er is wel een groep pretparkfanaten, die elk weekend een pretpark bezoeken. Die gaan dan ook tien keer na elkaar in The Fury, tot ze een beetje groen zien als ze eruit komen.”
Wat zijn de ‘big five’ van Bobbejaanland?
“Naast The Fury, de snelste triple launch coaster van de Benelux, die je met 106,6 km per uur lanceert, heb je de Revolution, met een trein van 56 meter de langste achtbaantrein ter wereld. Ook de Tyfoon met zijn duik van 25 meter in de diepte, de Dreamcatcher en de Sledgehammer zijn erg populair.”
“Wie deze zomer wil komen, mag zeker de nieuwe duikshow The Lost Gold niet missen. Kinderen zullen de World of Dino’s, waarbij je ook een selfie kan maken in de muil van een dino, de max vinden.”
Vijftig jaar geleden werden de eerste attracties gebouwd: de Monorail en het Reuzenrad. Zijn die er vandaag nog?
“Ja, die blijven een succes. De Monorail, het treintje waarmee je een rit rond het park kan maken en het Reuzenrad, met het hart in het midden: dat zijn klassiekers. Een bezoek aan Bobbejaanland is voor veel mensen jeugdnostalgie: denk maar aan de wildwaterbaan met de boomstammetjes.”
Wat vind je het plezantste, als CEO van het plezantste land?
“Als er een nieuwe attractie is, dan moet ik die als baas natuurlijk eerst uitproberen. En zo’n rit op The Fury, daar zeg ik natuurlijk niet nee tegen. Wat niet wil zeggen dat ik de hele dag op attracties te vinden ben. Ik zit ook gewoon achter mijn bureau mails te lezen.”
En het minst plezant?
“Ik ben hier op de drukste dagen: de weekends, de grote vakantie… Vakantie nemen tijdens de zomer kan ik dus niet. En je sociaal leven schiet er natuurlijk ook bij in als je in het weekend vaak werkt. Elke job heeft zijn nadelen, ook de mijne.”
Wanneer is het grote stress bij jou? Bij een zomerstorm?
“Storm is niet het ergste, hoogstens breekt er ergens een tak af. Wist je dat alle bomen hier een nummer hebben? Er wordt streng gecontroleerd of ze gezond zijn.”
“Als een attractie niet werkt op een drukke dag, ja, dat is alle hens aan dek. We hebben gelukkig onze eigen technici. Extra zeldzame wisselstukken kunnen we in geval van nood snel uit andere parken van over de hele wereld laten komen.”
“Het triestigste vind ik wanneer er een schoolreis is en het giet de hele dag. Dan zie je die arme gasten rondlopen, in hun kap gedoken tegen de regen, terwijl ze hier zo naar hadden uitgekeken… Daar kan ik niks tegen beginnen, hé.”
Er zijn twee soorten mensen op een rollercoaster: ‘you scream or you enjoy the ride’. Welk type ben jij?
“Als het leven een achtbaan is met ups en downs, dan ga je mij niet snel in paniek zien schieten of gillen. Ik blijf altijd kalm. Loopt er iets helemaal mis, dan kom ik in super-focus. Ik sta dan helemaal op scherp: hoe raken we hieruit, hoe lossen we dit op? Zo raak je er het snelst doorheen.”
Zoals de Starlings zingen: Life is a rollercoaster, just gotta ride it?
“Zoiets, ja.”