Aangezien een rondvraag van Voka Limburg heeft uitgewezen dat slechts 4 procent van de Limburgse bedrijven ernstige hinder heeft ondervonden van de vakbondsmars in Brussel, raamt de werkgeversorganisatie de geleden economische schade voor de provincie op 3 miljoen euro. De collega's van VKW Limburg ondervonden bij 50 grote bedrijven dat alleen de vakbondsmilitanten zijn ingegaan op de oproep om donderdag niet te werken en naar Brussel te trekken.
Voka Limburg deed een rondvraag om de geleden schade van de vakbondsactie op te meten. Daaruit blijkt dat 4 procent van de bedrijven hierdoor benadeeld werd. "Als je weet dat de provincie een dag lamleggen zo'n 65 miljoen euro kost, hebben we donderdag voor 3 miljoen euro schade opgelopen," becijfert gedelegeerd bestuurder Johann Leten. "Voor de stakingen die nog zijn aangekondigd vrezen we makkelijk over de 100 miljoen te gaan. Waarom moeten onze ondernemingen steeds de dupe zijn van elke vakbondsactie? Deze manifestatie is toch tegen de regering gericht? Als de vakbonden op zaterdag zouden betogen zouden ze wellicht meer volk op de been krijgen en minder schade aanrichten. Betogen is een basisrecht, vandalisme en hooliganisme zijn dat niet."
VKW Limburg verzamelde ook informatie over de gevolgen van de staking. "Bij het overgrote deel van de bedrijven zijn het enkel de militanten en afgevaardigden die - misschien verplicht- naar Brussel zijn getrokken," aldus stafmedewerker Gert Schreurs. "Slechts bij een 6-tal is men erin geslaagd ruimer te mobiliseren, waardoor er daar sprake is van productieverlies. Al bij al valt de schade dus gelukkig nog mee, al is elke verloren euro er eentje te veel."
En ook bij Unizo werd een enquête gehouden onder de leden. Daaruit blijkt dat bijna 9 op 10 ondernemers geen begrip toont voor de vakbondsactie. “Onze ondernemers beseffen duidelijk dat er iets moet veranderen," zegt Bart Lodewyckx, directeur van Unizo-Limburg."De hervormingen zijn nodig om onze economie draaiende te houden, jobs te creëren en de factuur niet door te schuiven naar de volgende generatie.”
