Fineko_Afbeelding ONDERWERP: VLD Zonhoven / DATUM : 23/06/2018 PLAATS : Zonhoven © Rudi Van Beek

De gevolgen van het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen voor uw bvba

De val van de regering eind vorig jaar zorgde voor enige vertraging in de goedkeuring van het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV), maar vorige week heeft de Kamer het licht dan toch op groen gezet.

Het wetboek treedt in werking op 1 mei a.s. en beoogt het Belgisch vennootschapsrecht aanzienlijk te moderniseren via drie krachtlijnen:

  1. Een doorgedreven vereenvoudiging
  2. Een verregaande flexibilisering maar met aandacht voor de belangen van derden, waaronder de schuldeisers
  3. Een aanpassing aan de evoluties in de economische wereld en in onze buurlanden

Vereenvoudiging

De vereenvoudiging heeft onder meer vorm gekregen door de afschaffing van het onderscheid tussen burgerlijke en handelsvennootschappen, de integratie van het vennootschaps- en verenigingsrecht in één enkel wetboek en de beperking van het aantal vennootschapsvormen.

Flexibilisering

Er werd gezocht naar een goed evenwicht tussen flexibiliteit voor de vennootschap en haar aandeelhouders en een adequate bescherming van de belangen van derden, in de eerste plaats van schuldeisers.

Telkens waar de wet statutaire of contractuele vrijheid aan de vennootschap en haar oprichters laat, is bovendien voorzien in een duidelijke default-regel die zal gelden wanneer de partijen zelf geen regeling hebben uitgewerkt.

Aanpassing aan de Europese evoluties

Om het Europees recht van vrijheid van vestiging van een vennootschap te waarborgen, wordt het toepasselijk vennootschapsrecht niet langer bepaald door de werkelijke zetelleer maar door de staat waar de vennootschap haar statutaire zetel heeft. Men kiest voor de oprichting van een vennootschap dus een lidstaat waarvan de wetgeving het meest geschikt is voor een bepaalde economische activiteit en die wetgeving blijft dan van toepassing, ook al is het centrum van haar activiteiten in een andere lidstaat gevestigd. Vennootschappen met zetel in België zullen dus altijd onderworpen zijn aan het Belgisch vennootschapsrecht.

Wat betekent dit nu voor de bvba?

De nieuwe naam voor de bvba wordt BV (besloten vennootschap). De BV wordt de meest gangbare vennootschapsvorm.

De voornaamste wijziging betreft wellicht de vervanging van het kapitaalconcept door een realistischere en economischere benadering: het toereikend aanvangsvermogen, bestaande uit een inbreng in geld, in natura of zelfs in nijverheid. Zo moeten de oprichters van de BV erop toezien dat de vennootschap bij haar oprichting over een eigen vermogen beschikt dat toereikend is in het licht van de voorgenomen bedrijvigheid. Het kapitaal van bestaande bvba’s wordt van rechtswege omgezet in een onbeschikbare reserve.

Door de afschaffing van het kapitaalbegrip zullen de schuldeisers echter niet minder beschermd worden: de minimale inhoud van het verplicht op te stellen financieel plan bij oprichting neemt toe, evenals de bestuurdersaansprakelijkheid. Zo moeten de bestuurders bij elke uitkering die de BV wenst te doen, een dubbele uitkeringstest doen: de balanstest en de liquiditeitstest.

Door de afschaffing van het kapitaalconcept moesten ook een aantal andere regels geherformuleerd worden, bijvoorbeeld deze met betrekking tot de waardebepaling van de inbrengen in natura, de alarmbelprocedure, de voorschriften over verkrijging van eigen aandelen,…

Er komt een grotere contractuele vrijheid:

  • Wie zich oncomfortabel voelt bij de afwezigheid van een kapitaal, kan de inbreng van de aandeelhouders op statutaire basis geheel of gedeeltelijk onbeschikbaar stellen.
  • Het is mogelijk in een statutaire uittredingsmogelijkheid te voorzien voor aandeelhouders, ten laste van het vennootschapsvermogen
  • De overdraagbaarheid van aandelen kan vrij geregeld worden
  • Er kunnen statutair aandelen uitgegeven worden met meervoudig stemrecht, zonder stemrecht, al dan niet met een preferent dividend of aandelen die slechts onder bepaalde voorwaarden kunnen stemmen
  • Er kan statutair voorzien worden in een dagelijks bestuur

Hoe zit het met de timing?

Het nieuwe wetboek is van toepassing op vennootschappen opgericht vanaf 1 mei 2019 en op bestaande vennootschappen die een statutenwijziging doorvoeren vanaf diezelfde datum. Uiterlijk 1 januari 2024 móeten bestaande vennootschappen hun statuten hebben aangepast.

De dwingende bepalingen van het nieuwe wetboek zijn evenwel al van toepassing op bestaande vennootschappen vanaf 1/1/2020. Het gaat onder meer over de volgende bepalingen:

  • De omvorming van het kapitaal in de BV in een statutair onbeschikbare eigen vermogensrekening
  • De nieuwe benamingen en afkortingen
  • De regeling met betrekking tot de winstuitkering in de BV (liquiditeits- en balanstest)
  • De alarmbelprocedure

Statutaire bepalingen in strijd met de dwingende bepalingen worden vanaf dat tijdstip beschouwd als niet geschreven. Niet-dwingende bepalingen van het nieuwe wetboek zullen van toepassing zijn voor zover ze niet worden uitgesloten door de statuten.