Dubbel zoveel Limburgse ondernemers op social media

Waar in 2010 amper 3 bedrijven op 10 om professionele redenen actief waren op social media, is dit momenteel opgelopen tot 6 van de 10. Niet de bedrijfsgrootte, maar wel de leeftijd van de zaakvoerder bepaalt of bedrijven om commerciële redenen aanwezig zijn op Facebook, LinkedIn of Twitter. Dat alles blijkt uit een enquête van Unizo-Limburg en VKW Limburg.

social media op het werkFacebook is voor alle ondernemingen veruit het populairst (80%). Voor B-to-B-bedrijven wordt ook regelmatig LinkedIn gebruikt. Twitter en Google+ volgen op respectabele afstand. De helft van de zaakvoerders kijkt minstens 1 keer per dag naar zijn persoonlijke pagina's. 42% dat iedere dag voor de bedrijfspagina's. Er zijn ook 25% passieve gebruikers, die maximaal 1 keer per maand hun social media raadplegen. In 4 op de 10 gevallen is het de zaakvoerder zelf die deze pagina's beheert. De marketing- en communicatie-afdeling krijgt in een kwart van de gevallen deze verantwoordelijkheid.

Het inwinnen van informatie over zakelijke contacten is de voornaamste drijfveer om op social media aanwezig te zijn. Reclame maken en het aankondigen van events of acties komen op de tweede plaats. Het vertellen van hun ervaringen (story telling) of het delen van informatie met andere ondernemers zijn bij een derde van de ondervraagden belangrijk.

Wat de zakelijke Limburgse gebruikers stoort, is dat social media tijdsintensief zijn en het aanleveren van relevante content niet eenvoudig is. Het gebrek aan tijd en kennis van deze kanalen opent perspectieven voor externe dienstverleners, aldus Unizo en VKW Limburg.

Tot slot blijkt uit de bevraging dat er in 63% van de gevallen geen enkele beperking geldt op het internetgebruik in de Limburgse bedrijven.