jos en stef van vlierden 2

Jos en Stef Van Vlierden: 3 generaties tuinaanleggers

Opa is 84, kleinzoon 25. Hun naam is een begrip in de Limburgse ondernemerswereld: Van Vlierden is met vlag en wimpel één van de grootste en meest gekende tuinaanleggers van de provincie. En hoewel het bedrijf dat opa Jos in 1963 heeft gesticht, nog steeds onder andere eigenaars furore maakt, gaat kleinzoon Stef de uitdaging aan om in de voetsporen te treden. Met zijn eigen onderneming wil hij de naam Van Vlierden hoog houden en minstens even goed doen als opa... Een dubbelinterview!

"Ik ben tot 23 jaar naar school geweest en heb daarna eerst wat ervaring opgedaan bij andere werkgevers", vertelt Jos Van Vlierden. "Bij een kwekerij en tuinaanlegger uit Hoei moesten we werken met de schop in plaats van met machines. Ik ging tegen de wil van de baas toch materialen huren en zei 'm dat hij me mocht buiten gooien als we geen winst zouden maken. Bleek dat ik gelijk had... (lacht). Daarna heb ik nog in Mechelen gewerkt, waar ik een tuincentrum en kwekerij mee heb opgestart. Ik deed ook de verkoop en 'voorlichting' aan de klanten. En toen kreeg ik een aanbod om in Ukkel een gloednieuwe zaak te gaan runnen. Ik had mijn moeder meegenomen naar het eerste gesprek. Toen we daar buiten kwamen vroeg ze mij: 'Wat ge daar allemaal hebt vertelt, kunt ge dat echt? Als dat waar is, moet ge nooit meer voor een baas gaan werken en direct op uw eigen beginnen.' Die goede raad heb ik dan maar opgevolgd en in 1963 ben ik met 250.000 frank mijn zaak gestart."

Jos Van Vlierden had meteen succes. "Ik had op school geleerd om mooie plannetjes te tekenen van nieuwe tuinen", zegt hij. "Hier in Limburg kenden de mensen dat niet, en waren ze meteen verkocht. In vergelijking met nu stelde de inhoud nochtans niet zoveel voor: een paar haagjes en boompjes vond iedereen al fantastisch. En zo is het bedrijf stelselmatig gegroeid. Eerst kwam er een gepensioneerde een beetje helpen, dan nam ik de eerste man in dienst, en zo ging het verder. Ik had ook het geluk dat er heel wat mijnwerkers jong op pensioen zijn gegaan en hier wat kwamen bijverdienen. Stevige jongens, die van aanpakken wisten. Vandaag is dat kaliber heel moeilijk te vinden. Heel wat werknemers beginnen voor zichzelf eens ze de kneepjes van het vak kennen, of kiezen voor een job op een gemeentelijke groendienst. Dat vertraagt het groeiproces."

“Wie generaal wil zijn, moet eerst op het slagveld gaan strijden”

Intussen had Jos Van Vlierden zijn zoon Rob gelanceerd als opvolger. Als duo stuwden ze het groenbedrijf naar een unieke positie als marktleider in de sector. Tot in 2010 het noodlot toesloeg. Rob, op dat moment 40 jaar, en zijn zoon Tom lieten het leven bij een zwaar verkeersongeval in Kinrooi. Zijn andere zoon Stef was toen 14 jaar. Niet alleen een familiaal drama, maar ook het bedrijf was zijn kapitein kwijt. Patricia Vanderveken, de mama van Tom en Stef, trok samen met Jos drie jaar lang aan de kar, maar toen het haar te zwaar werd, namen 3 investeerders de firma over. Na enkele wissels, zijn de aandelen vandaag in handen van Marc Timmermans, Peter Manet en Kurt Schroyen.

En Jos Van Vlierden? Die gaat nog elke dag even langs in het bedrijf dat nog steeds zijn naam draagt. “Ik probeer mij niet teveel te moeien, en geef gewoon mijn mening als ze die vragen”, aldus de intussen 84-jarige ondernemer. “Af en toe moet ik ergens gaan kijken en iets oplossen. Ja, dat waardeer ik wel. Ik ben blij dat ik er nog altijd welkom ben.”

Wie er ook een aantal jaren heeft rondgelopen, is zijn kleinzoon Stef Van Vlierden. “Vanaf mijn 15e heb ik er altijd vakantiewerk gedaan, en na mijn studies aan de tuinbouwschool en een eerste werkervaring bij een collega, kon ik bij Van Vlierden aan de slag”, vertelt Stef (nu 25). “Ik heb zowat in alle afdelingen ervaring opgedaan: van de werf tot op het bureau. Mijn opa zei altijd: ‘Als ge generaal wilt worden, moet ge eerst het slagveld op’. Ik had best wel wat ambities, maar om die in te vullen was er begin vorig jaar geen ruimte. En daarom ben ik in juni met mijn eigen bedrijf gestart. Ook in de tuinaanleg, uiteraard.”

Van Vlierden junior investeerde in een camionette en was vrijwel meteen gelanceerd. “Ik heb natuurlijk de naam wel mee”, lacht hij. “En veel klanten zijn op zoek naar een kleinschalige tuinaanlegger die alle werken van a tot z zelf uitvoert. Ik focus echt op kwaliteit. En opa komt elke dag wel even langs om de werf te inspecteren. Hij is nieuwsgierig en trots op wat ik doe, en geeft graag goede raad.” Jos reageert meteen: “Veel kan ik hem niet meer leren, want hij weet er meer van dan ikzelf. De technieken en planten evolueren zo snel dat het moeilijk is om allemaal te volgen. Maar het is fijn om Stef bezig te zien. Ik herken het enthousiasme van toen ik zelf zo oud was.”

Eerste werknemer

Stef Van Vlierden is ambitieus. “Ja, tuurlijk wil ik het even goed doen als opa destijds”, lacht hij. “Dat moet niet noodzakelijk in omvang zijn. Ik merk dat ik het liefst werk voor particulieren, die ik een persoonlijke service kan bieden. Het bedrijf uitbouwen met een tiental mensen, dat lijkt me al mooi. Een groep van 50 ofzo zie ik niet echt zitten. Om die allemaal in de hand te houden, kan je zelf niet meer elke dag buiten zijn. En daar ligt toch wel mijn hart.” De jonge ondernemer heeft een goed gevuld orderboek. “De eerste werknemer is intussen aangeworven”, vertelt hij. “Hij start in april. En ook mijn moeder heb ik al ingeschakeld om te helpen met de administratie. Op die manier zijn we -zelfs als starter- een echt familiebedrijf waarbij 3 generaties betrokken zijn. De ideale situatie…”