Grete REmen

Limburger stopt niet graag spaargeld in onderneming

Sinds 2015 hebben Limburgers voor 15,66 miljoen euro in (startende) ondernemingen van familieleden, vrienden of kennissen gestopt. Daarmee is de win-winlening, vergeleken met andere Vlaamse provincies, hier een stuk minder populair. Dat blijkt uit een reeks parlementaire vragen van Grete Remen (N-VA) aan Vlaams minister van Werk en Economie Philippe Muyters.

Met de win-winlening moedigt de Vlaamse overheid particulieren aan om zogenaamde achtergestelde leningen aan kmo’s te verstrekken met een looptijd van 8 jaar.
Een kmo kan zo tot een bedrag van 200.000 euro aan win-winleningen aangaan, met een maximum van 50.000 euro per kredietgever. De kredietgever krijgt hiervoor een jaarlijks belastingkrediet van 2,5 procent op het openstaande kapitaal van de win-winlening.

In de wandelgangen wordt deze lening wel eens de financiering via family, friends & fools genoemd. “Het was vooral de bedoeling om een deel van de berg spaargeld - 250 miljard euro - aan te wenden voor de financiering van de economie”, zegt Vlaams Parlementslid Grete Remen. Maar het slaat niet echt aan in onze regio. Sinds 2015 hebben Limburgse kmo’s via deze win-winleningen in totaal 15,66 miljoen euro aan krediet aangetrokken. De West- Vlamingen zijn koploper met een totaal van ruim 48 miljoen euro. Daarmee besteedt de Limburger gemiddeld 18,2 euro aan dit soort financiering, terwijl dat voor de West-Vlaming 41 euro is. De meest voorkomende financiers zijn over het algemeen vader (27,7 procent), moeder (22 procent), kennissen (18,3 procent) en schoonfamilie (12,9 procent). Ondertussen zijn ook de eerste investeerders opgedoken (3,6 procent).

Naast LRM

Toch blijkt de win-winlening ook voor Limburgse kmo’s een welkome vorm van financiering. “Zeker als je het vergelijkt met populaire KlimOp-leningen van LRM”, zo heeft Patrick Buteneers van Unizo Limburg berekend. “Ze vullen elkaar goed aan. In een vergelijkbare periode heeft LRM 20 miljoen aan KlimOp-leningen toegekend, gespreid over 126 dossiers. Dat is gemiddeld 158.000 euro per dossier. Voor de win-winleningen is dat 15,66 miljoen, goed voor 707 kmo’s. Ofwel gemiddeld 22.000 euro per dossier.”

Er is dus nog ruimte voor groei. “We moeten alle partijen informeren en sensibiliseren”, besluit Grete Remen.