Tegen oktober 2013 zal de economie een dieptepunt bereiken dat vergelijkbaar is met de ergste momenten van de crisis in het voorjaar van 2009. Dat voorspelt Voka Limburg in de conjunctuurbarometer.

Na een economische groei in de afgelopen zes maanden, kondigt er zich opnieuw een periode met een negatieve trend aan. De Limburgse indicatoren wijzen op een daling die vergelijkbaar is met het absolute dieptepunt begin 2009, toen er zich door de bankencrisis een totaal gebrek aan vertrouwen manifesteerde. Het probleem stelt zich vooral aan de zijde van de binnenlandse vraag. “Het consumentenvertrouwen was nooit lager,” aldus Johann Leten, gedelegeerd bestuurder van Voka Limburg. “Dat merken we bijvoorbeeld in de bouwsector, waar het aantal aanvragen voor vergunning nog steeds achteruitgaat, zowel voor de residentiële als industriële panden.”

Er zijn echter ook lichtpunten. “De export blijft de economie rechthouden. Ook het aantal starters stijgt opnieuw lichtjes”, aldus Leten. Specifiek voor Limburg blijkt ook het toerisme een positieve impact te hebben. “Dankzij investeringen in een kwalitatief aanbod en de promotie van Limburg als toeristische regio, merken we gunstige effecten naar aantal overnachtingen, het gemiddelde bestedingsbedrag en dus ook de tewerkstelling,” zegt Igor Philtjens, gedeputeerde van Toerisme. “In het kader van de economisch reconversie moeten we hier blijven op inzetten.”

Als voorbeeld van de kwalitatieve uitbreiding van het aanbod, verwees hij naar Villa Saporis in Hasselt, waar de persconferentie plaatsvond. Nu bijna exact een jaar geleden gingen de deuren open van het geklasseerde herenhuis dat helemaal werd verbouwd tot een stijlvol charmehotel. “Toeristen en zakenmensen zoeken voor hun verblijf naar iets speciaals,” weet zaakvoerder Frank Wils. “Het comfort, de gezelligheid en de familiale sfeer zijn onze troeven, en daar betalen mensen graag voor. We zijn erg blij met de bezettingsgraad in het eerste jaar en dragen zo met plezier een steentje bij aan de opleving van het verblijfstoerisme in de regio.”