Als Herman Van Rompuy, de permanente voorzitter van de Europese Raad, zijn nieuwe kantoor in Brussel betrekt, zal elk stukje van de ruim 4.700 ton staal door Limburgse handen gegaan zijn. Het metaalbedrijf IMW in Tessenderlo is namelijk verantwoordelijk voor de volledige staalconstructie, een belangrijk contract voor de Limburgse kmo. Of Europees president Herman Van Rompuy ook effectief kantoor zal houden in het nieuwe gebouw van de Europese Raad, dat deel uitmaakt van het voormalige appartementencomplex Residence Palace, valt nog af te wachten. De termijn van Van Rompuy loopt immers af in 2014, en het is niet zeker of het gebouw, dat momenteel in de steigers staat, tegen die tijd klaar is.
Hart van Europa
De nieuwe hoofdzetel van de Raad van de Europese Unie is immers een uiterst complex bouwproject, met verschillende werven op een kleine oppervlakte. Met het project is een investering gemoeid van 240 miljoen euro. Over het Limburgse deel is geen bedrag bekendgemaakt.
In Tessenderlo is het momenteel alle hens aan dek. Het metaalbedrijf International Metal Works heeft de opdracht in de wacht gesleept voor de constructie van de staalstructuur van het gebouw dat werd ontworpen door een ploeg rond de Belgische architect Philippe Samyn. Het gebouw bevat ruim 4.700 ton staal en alle componenten worden in Tessenderlo geproduceerd en op de werf in Brussel gemonteerd.
Architect Philippe Samyn omschrijft de constructie met het amfoorvormige centrum als het ‘hart van Europa’, en de glazen gevel als het ‘venster van Europa’. “Dat mag je gerust letterlijk nemen”, zegt commercieel directeur Tom Versteijlen van IMW. “De gevel bestaat uit een soort van patchwork van houten ramen die uit heel Europa worden gerecupereerd. Centraal in het hart bevinden zich de vergaderzalen die voorzien zijn van een complexe trekstructuur zodat geen centrale kolom moet gebruikt.”
Controversieel ei
Het ‘ei van Van Rompuy’ was van bij het begin controversieel. Op allerlei internetfora zwol de kritiek aan, voor de Britse pers was het gebouw het zoveelste bewijs van hoe Europa het geld aan deuren en venster buiten gooit.
Voor IMW is het een nieuwe mogelijkheid om te tonen wat het bedrijf kan. Niet dat het nodig is. IMW heeft zich de voorbije jaren gespecialiseerd in complexe structuren en is niet aan zijn proefstuk toe. Zo staan ook het kerkhotel Martin’s Patershof in Mechelen, het Belgisch paviljoen op de expo van Sevilla en de Schengen-terminal op de luchthaven van Zaventem op het palmares van IWM.
Familiebedrijf IMW is sinds 1985 in Tessenderlo gevestigd en heeft zijn hoofdzetel in Mechelen, samen met zusterbedrijven IBO (bouw) en Investpro (projectontwikkeling). IMW is onder meer gespecialiseerd in chemie en petrochemie, met bedrijven als Total, Solvay en Esso als vaste klanten. Momenteel werkt er een 60-tal mensen en wordt zo’n 10 miljoen euro omzet geboekt. Het eigen studiebureau IDC werd inmiddels verzelfstandigd en werkt ook voor derden.
“De voorbije jaren is ook ons bedrijf geconfronteerd met de crisis”, aldus afgevaardigd bestuurder Erik Van den Heuvel. “We zijn echter niet bij de pakken blijven zitten en hebben fors geïnvesteerd. Momenteel ronden we een investeringsproject van 3,5 miljoen euro af in gebouwen en machines. Zo kunnen we nog complexere opdrachten met hoge toegevoegde waarde aannemen.”
