Made in cover maart 2021

“Met de focus op het positieve kom je een heel eind verder”

Bus-y, bus-y: dat is het normale ritme van Paul Cremers in deze periode van het jaar. Skiërs naar de bergen brengen, de zonnekloppers richting Spanje rijden en de citytrippers op de Flixbus stouwen. Niets van dat dus. Zijn 270 directe medewerkers staan stil. Corona betekent voor de Noord-Limburgse topondernemer een omzetverlies van zo’n 30 miljoen euro. Door eigen vermogen te investeren gunnen de banken hem een adempauze. “Ondanks alles blijf ik positief over de toekomst, maar nu moet er wel iets gaan gebeuren”, zegt hij.

Met één bus ging Gustaaf, afgekort als Staf, in 1952 van start met zijn autocarbedrijf. Zoon Paul was amper 31 toen hij in 1991 zijn familie uitkocht en het succesverhaal naar een hogere versnelling schakelde. “Nochtans niet mijn eerste stappen als ondernemer”, herinnert hij zich. “Toen ik 21 was, vlak na mijn studies Handelsingenieur, had ik al het full-service reisbureau Staf Tours opgericht. En in Nederland was ik begonnen met een eigen busbedrijf. Dat heb ik verkocht toen Staf Cars volledig onder mijn hoede kwam.” Intussen heeft de busmaatschappij een vloot van zo’n 110 voertuigen en werken er 180 mensen. Andere vertakkingen van het zakelijk netwerk van Paul Cremers zijn Solmar, het reisbureau dat jaarlijks zo’n 60.000 mensen naar Spanje brengt. En een selectie van ritten voor Flixbus, het wereldwijde concept dat met snelle shuttlebussen de grootsteden verbindt.

Geloof het of niet, maar zelfs de verbinding tussen Las Vegas en Los Angeles wordt verzorgd door… Paul Cremers. “Dat is heel toevallig gekomen”, zegt hij. “Ik stond na een meeting aan de hotelbar met de directie van Flixbus, en ze vertelden over de problemen die ze hadden met hun partner in de VS. Ik heb dan voorgesteld om daar de ritten te gaan uitvoeren, en ze gingen direct akkoord. Makkelijk is het daar niet, want concurrenten proberen je voortdurend onderuit te halen. In april starten we ginds opnieuw op, met een Amerikaans management, zodat we niet meer zelf voortdurend heen en weer moeten reizen. We hebben daar nu 10 bussen, goed voor 30 mensen. De ambitie is om naar 20 bussen te groeien. We willen het beheersbaar houden.”

“Wie niet wakker is, wordt opgegeten”

De rest van de business komt nog niet direct opnieuw tot leven. “De bussen voor het toerisme staan nog steeds werkloos op de parking. Een zware dobber, want het is kapitaal dat per jaar 10% van zijn waarde verliest. Dat zijn we dus sowieso kwijt en halen we nooit meer in. Ik schat dat we al snel zo’n 30 miljoen omzet zijn kwijtgespeeld. Dat is desastreus, want we hadden nog maar net fors geïnvesteerd in onze nieuwe faciliteiten in Pelt. Gelukkig hebben we meteen na de afkondiging van de eerste lockdown een noodplan gemaakt, met een inschatting van de kosten in het worst-case scenario. Daarop hebben we familiekapitaal ingebracht om de verliezen te dekken. Dat heeft de banken gerustgesteld en zo hebben we deze periode voorlopig kunnen overbruggen. Maar lang mag het toch niet meer duren. Er moet dringend perspectief komen voor de sector. Er zijn veel bedrijven die echt lijden. De subsidies zijn slechts een druppel op een hete plaat. Al besef ik dat het voor de overheid ook niet makkelijk is. Eenheid en slagkracht crëeren is niet eenvoudig. Ze doen wat ze kunnen, op basis van de informatie die ze hebben. Het is niet zo dat alles verkeerd loopt in dit land, hé.

Paul Cremers (60) ziet de toekomst nog steeds positief. “In de eerste plaats geloof ik sterk in ons businessmodel”, zegt hij. “De tijd dat een bus louter diende om mensen van punt a naar b te brengen, is voorbij. Wij kiezen voor sterke partnerships met andere bedrijven waardoor we added value genereren. Flixbus is zo’n voorbeeld. Als we de bus vol krijgen, vallen er bonussen te verdienen. We worden gehonoreerd als het goed gaat. Da’s het vet op de soep. Of onze reizen naar Spanje: als iedereen meewerkt om de bussen, vliegtuigen en hotels vol te boeken, verdienen we allemaal goed onze boterham. Zo’n partnerships zijn ideaal om ons bedrijf naar een hoger niveau te tillen. Ik sta er dan ook op dat alle medewerkers hiervan doordrongen zijn.”

Een ander element dat Paul doet geloven in de toekomst, is de positieve ingesteldheid. “Het zit vervat in de naam van onze bedrijvengroep: Caprea Lea. De gazelle en de leeuw. De gazelle die lui en moe is, wordt opgegeten. En de leeuw die geen moeite wil doen, zal honger lijden. Wij willen altijd alert, wakker en de snelste zijn. Inspelen op opportuniteiten. Kijk: vroeger werd 8% van de groepsreizen met de bus gedaan. Nu nog 4%. Moeten we daarover treuren, en onze concurrenten binnen die 4% de duvel aandoen? Neen, we moeten bekijken hoe we die andere 96% enthousiast kunnen maken over reizen met de bus. Door innovatie bijvoorbeeld. Zo introduceerden wij de slaapbussen en andere luxeformules. Of het concept van Office on Wheels, waarbij we bussen inrichten als rijdend kantoor. We bekijken de evoluties rond de trambussen, die een mogelijk alternatief zijn voor minder flexibele projecten als Spartacus. En ook de tests met de autonome voertuigen volgen we op de voet. Het hele openbaar vervoer staat nog voor een grote omwenteling. De wegen slibben verder dicht, wat de noodzaak aan collectief vervoer steeds groter maakt. Daar liggen kansen voor ons. Er staat dus nog veel te gebeuren in onze sector, en wij willen zeker de bus niet missen…”

“Fietsen met Peter Maes als compensatie van bourgondisch leven”

De motivatie om door te gaan is duidelijk aanwezig. “Absoluut. Een reden om uit te bollen is er nog niet. Wat niet wil zeggen dat ik nooit nadenk over mijn rol in de organisatie. Als we de huidige overlevingsmodus voorbij zijn, zie ik mezelf evolueren naar een bestuursfunctie, om dan het operationele management aan de jonge garde over te laten. Mijn zoon en dochter zijn momenteel nog met andere dingen bezig, maar er zit wel muziek in. Een datum ga ik daar echter niet opplakken.”

Door de business is Spanje zowat het tweede thuisland van Paul Cremers geworden. Een leuke bestemming voor na zijn actieve carrière? “Op termijn is het wel mogelijk dat we hier wat meer tijd gaan doorbrengen”, zegt hij. “De zon is toch een grote meerwaarde. En ik kan hier zwemmen in de zee, dat is een hobby geworden. Maar ook thuis in Lommel vind ik wel mijn ontspanning. Zo heb ik op aanraden van Peter Maes 7 jaar geleden een koersfiets gekocht. Samen trekken we er regelmatig op uit, en dat bevalt me uitstekend. Het helpt in iedere geval om de nadelen van mijn bourgondische levensstijl weg te werken… (lacht). En uiteraard ben ik ook graag thuis om naar het voetbal in Lommel te gaan kijken. De overname door de groep rond Manchester City brengt ons in een sprookje terecht. Met het budget dat ze nu aan 1 transfer spenderen, moest wij vroeger vele jaren zien rond te komen. Als voetbal- en clubliefhebber is dat geweldig om van dichtbij mee te maken. De ideale ontspanning om de coronastress van het werk even af te schudden…”