LD MIL corona

Minst gewerkte dagen: Limburg is koploper

In de maand april was de tewerkstelling in Limburg het laagst in heel Vlaanderen. De activiteitsgraad bedroeg 52%, terwijl dat in Brussel bijvoorbeeld, 65% was. De relance van de economie heeft in onze provincie de langste weg af te leggen.

SD Worx houdt de cijfers over de gewerkte dagen nauwkeurig bij. Daaruit blijkt dat Limburg het meest achteruit gaat en het laagste percentage scoort op vlak van gewerkte dagen. Oost-Vlaanderen en Brussel houden het best stand. Op sectorniveau blijkt dat bedrijven in tuinonderhoud en groenteconserven het in april beter deden dan in maart, net als bijvoorbeeld de garagebedrijven na de paasvakantie. Bedrijven met arbeiders blijven het zwaarst getroffen, met de hoogste tijdelijke werkloosheid en meer ziekteverzuim van langer dan een maand.

“Als we de volle maand april bekijken, dan zien we dat de tewerkstelling in Limburg de laagste activiteitsgraad kent (52%)", zegt Bart Pollentier van SD Worx. "In Wallonië scoort alleen de provincie Luxemburg nog iets lager (51%). Bij bedienden lag de activiteit in april ongeveer een zesde (16%) onder die van vorig jaar. Bij arbeiders bedroeg het verschil ongeveer het dubbele, namelijk 36%. De relance moet dus echt nog op gang komen, met uitzondering van de voedingsbedrijven, waar de motor niet is stilgevallen."

Waarom Limburg zo slecht scoort? In de top 10 van de meest getroffen sectoren zitten veel kmo’s, wat de meest plausibele verklaring is voor de lage cijfers in Limburg. Johann Leten van Voka Limburg kent er nog: "Historisch blijkt dat als het economisch slecht gaat, wij harder getroffen zijn. En vice versa. Bovendien hebben wij sinds de sluiting van Ford Genk veel jobs gecreëerd en onze achterstand in vergelijking met Vlaanderen ingehaald. Dit zijn echter ‘nieuwe jobs’, die minder diep geworteld zijn en daarom sneller onder druk komen. Tot slot zijn veel mensen in Limburg actief in sectoren die bijna volledig zijn stilgevallen, zoals de dienstencheques. Ook de uitzendkrachten zijn nog nauwelijks aan de bak gekomen, en dat weegt door."

En nog enkele cijfers:
In april is het aantal gewerkte dagen (60%) achteruit gegaan ten opzichte van maart (75%). Vooral de tijdelijke werkloosheid was hier de oorzaak van: die steeg in april naar 22% gemiddeld. Voor arbeiders bedroeg deze in april zelfs 33% (1/3). Voor bedienden liep de werkloosheid op van 5,6% naar 16%. Bijna 5% van de arbeiders heeft zich langdurig ziek gemeld, bij de bedienden gaat het om 2,6%.

Nog een laatste statistiek: omdat zoveel mensen thuis zijn en reizen onmogelijk is, worden er veel minder vakantiedagen opgenomen. Het percentage lag in april zo’n 30% lager voor bedienden en zelfs 40% lager bij arbeiders in vergelijking met april 2019.