De Winwinlening is een achtergestelde lening waarbij particulieren kunnen investeren in een onderneming uit hun omgeving. In ruil genieten ze een jaarlijks belastingvoordeel en een overheidswaarborg van 30% op het geleende bedrag”, zegt Vlaams Parlementslid Andy Pieters (N-VA). “Het is een krachtig instrument om kmo’s en zelfstandigen financieel te ondersteunen. Hoewel Limburg de afgelopen jaren vooruitgang boekte, blijft het aandeel van onze provincie bescheiden in vergelijking met de rest van Vlaanderen”, vindt Pieters.
De cijfers spreken voor zich: sinds de invoering van de Winwinlening in 2006 werden er in Limburg 4.246 leningen geregistreerd, goed voor een totaalbedrag van 94,9 miljoen euro. Dat is 8,51% van het totaalbedrag t.o.v. de andere Vlaamse provincies. Straffer nog: het aantal leningen daalde tussen 2023 en 2024 met bijna 50% van 845 tot 432 leningen.
Limburg bengelt onderaan
Sinds de start van de regeling werden in Vlaanderen in totaal 49.128 Winwinleningen geregistreerd, goed voor meer dan 1,1 miljard euro aan financiering voor ondernemingen. Oost-Vlaanderen (27,76% van het totaalbedrag) en West-Vlaanderen (26,14%) zijn de koplopers, gevolgd door Antwerpen (24,19%) en Vlaams-Brabant (13,40%). Limburg bengelt onderaan met slechts 8,51% van het totaal uitgeleende bedrag.
Geen Vlaams fenomeen
“De Winwinlening kan een manier zijn om slapend kapitaal te activeren en constructief te investeren in onze Limburgse economie en welvaart”, stelt het N-VA-parlementslid. “De halvering van het aantal leningen is geen goed teken. We moeten alle zeilen bijzetten om de Limburgse economie verder te versterken en de Winwinlening moeten we daarbij als instrument in de markt blijven zetten als steun voor de Limburgse ondernemers in barre tijden.”