made in made in

Bijzaak: Bestaat er naast voyeurisme ook ‘écouterisme’?

Op vrijdag sluiten we de week van ‘Made in Mechelen’ af met een eigenzinnige terugblik op de voorbije dagen of een vooruitblik op de komende week. Hoofdzaak of bijzaak, het maakt niet uit.

Zelfs in volle coronacrisis is er keuze genoeg voor mensen met een spreekwoordelijke baksteen in de maag. In onze regio namen het afgelopen weekend bijvoorbeeld heel wat bedrijven deel aan de Bouwroute, een parcours langs verschillende ondernemingen uit de bouwsector die hun deuren openzetten. Toen ik het artikel daarover aan het schrijven was, dacht ik eraan dat mijn eigen huis – gebouwd in 1920 en gerenoveerd in 1990 – ook wel eens een grondige opknapbeurt zou kunnen gebruiken. De ramen bijvoorbeeld… Ondanks het dubbele glas dat erin zit zijn ze wellicht niet zo isolerend als het zou moeten.

Dat leid ik namelijk af uit het feit dat ik regelmatig kan meeluisteren naar gesprekken van mensen, die zich voor het raam van mijn bureel parkeren, en vanuit hun auto telefoneren. Ik kan uiteraard niet horen wat ze zelf zeggen – zo slecht is mijn dubbel glas nu ook weer niet, maar de stem aan de andere kant van de lijn, die door de luidsprekers van hun wagen komt, versta ik meestal wel.
Aangezien mijn overbuur een huisdokter is, zijn sommige van die gesprekken, niet meteen voor mijn oren bestemd.

“De dokter schreef je dus een zalfje voor en we mogen een week geen seks hebben…?” of “…ik had het je toch gezegd dat al die chocola slecht is voor je lever.”  Wat ik onbedoeld te horen krijg is soms gênant.
Gisteren was er voor mijn deur weer iemand aan het bellen vanuit de auto. De mannenstem die door de speakers klonk probeerde de vrouw in de auto gerust te stellen. Ik vermoedde dat ze zenuwachtig was voor het doktersbezoek. “Ja hoor, dat is het juiste adres… Bel maar aan en toon het hem… Nee, dat is niet erg… Hij kent je toch niet... Zeg maar dat ik het je gevraagd heb…”

Zou er naast voyeurisme ook zoiets bestaan als écouterisme? Er slingerden tientallen suggestieve gedachten door mijn hoofd tot plots de deurbel ging.
“Dag mijnheer. Mijn zoon zei dat hij u mocht interviewen voor een schooltaak. Ik was hier toevallig in de buurt en hij vroeg mij om alvast de vragen komen af te geven. Vindt u dat niet erg? Ik moest zeggen dat hij het gevraagd had.”