made in made in

Bijzaak: ‘Meer boemboem’

Op vrijdag sluiten we de week van ‘Made in Mechelen’ af met een eigenzinnige terugblik op de voorbije dagen of een vooruitblik op de komende week. Hoofdzaak of bijzaak, het maakt niet uit.

Alhoewel ik het gevoel heb dat de zomer nog niet begonnen is, is hij alweer voorbij. Het is ondertussen anderhalf jaar geleden dat we nog eens op een min of meer normale manier aan het nieuwe school- en werkjaar konden beginnen.
De meesten hebben blijkbaar zelfs niet tot 1 september gewacht om er volle bak in te vliegen. Dat kon ik vaststellen toen ik de afgelopen twee weken elke dag de verplaatsing maakte van Mechelen naar Antwerpen. Dag na dag zag ik de drukte op de wegen toenemen. Het leek wel of thuiswerk niet meer bestaat. Ik kon mij niet meer herinneren wanneer ik voor het laatst in een file had gestaan, maar nu was het terug zover.
In Antwerpen was het helemaal een ramp. Ondanks de lage emissiezone stonk ’t stad weer als vanouds naar uitlaatgassen. Het was laveren tussen de tramsporen en tientallen dubbelgeparkeerde bestelwagens met logo’s van pakjesdiensten. De fietsers die zich in deze chaos durven te begeven doen dat met een ware doodsverachting. Remmen op de natgeregende, oneffen kasseien in de binnenstad is een avontuur op zich.

Twee zusjes van 9 en 1,5 jaar oud waren begin deze week op weg naar de kinderopvang. Toen ze in de Antwerpse verkeersjungle het zebrapad overstaken werden ze gegrepen door een vrachtwagen. Hun boekentasjes zullen op 1 september onaangeroerd blijven. Voor eeuwig.

Had ik je al verteld dat ik in Antwerpen was om er aan de universiteit een zomerschool te volgen over Urban Logistics? Ik leerde er onder andere dat er op de dienst mobiliteit van de stad Antwerpen 70 mensen werken en dat men er nadenkt over allerlei plannen over verkeersveiligheid, over routeplannen voor zware vrachtwagens en allerlei andere pilootprojecten.

Ik prijs mij gelukkig dat ik in Mechelen en niet in Antwerpen woon. Natuurlijk heb ik vaak gefoeterd op het verkeersvrij maken van zowat de hele binnenstad. Uiteraard heb ik dikwijls gevloekt toen ik in een fietsstraat (dat zijn alle straten binnen de Mechelse vesten) vast zat achter een tergend traag trappende tachtiger. En vanzelfsprekend was er protest toen bleek dat vrachtwagens enkel tussen bepaalde uren hun goederen mochten lossen. Of dat we onze pakjes niet meer thuis geleverd kregen maar dat we ze 100 meter verder moesten gaan oppikken in een locker van Bpost.

Op de parking wordt er dan misschien iets minder nagedacht dan in ‘t Stad. Maar er is in Mechelen - zoals een Antwerps politica het ooit zei - ‘Minder blabla en meer boemboem’.

Rust zacht G. en L.