Pascal Gavart en Lander Sannen van het bedrijf CRI, hier in het hoofdkantoor in Waarloos (Kontich). Pascal Gavart en Lander Sannen van het bedrijf CRI, hier in het hoofdkantoor in Waarloos (Kontich). Foto: Joris Herregods

De waaghalzen die 204 meter hoog werken in de Antwerpse haven: “Met extra zitjes aan onze touwstructuren is het best comfortabel”

De klimgeiten van City Rock Industrials (CRI), met klimschool en hoofdkantoor in Mechelen en Kontich, inspecteren de enorme installaties van chemiereuzen met niet veel meer dan wat touw. Op een hoogte van meer dan tweehonderd meter blijkt de crisis in de Antwerpse chemiesector níét voelbaar. “Vroeger deden we ook kerktorens en zendmasten, nu is er zo veel werk dat we ons alleen focussen op de haven.”

De Antwerpse chemiesector hangt behoorlijk hard in de touwen, met de aankondiging van het ene banenverlies na het andere. Het personeel van het bedrijf CRI, dat actief is in de haven, hangt ook in de touwen, maar dan op een positieve manier.

Het merendeel van de 45 mensen die het bedrijf tewerkstelt brengt de werkdag aan een touw door, ergens hoog in de lucht of diep in een schacht, om installaties van grote chemiebedrijven in Antwerpen zoals TotalEnergies, ExxonMobil, Ineos en BASF te onderhouden en bijvoorbeeld te controleren op scheurtjes of corrosie.

City Rock Industrials is vernoemd naar de vroegere Mechelse klimschool City Rock. Later werd ‘Industrials’ toegevoegd, omdat het bedrijf vooral werken is gaan uitvoeren voor de chemiesector.

“Het bedrijf is opgericht in 1989. Ik ben er zelf in 2002 bijgekomen”, vertelt Pascal Gavart vanuit het kleine hoofdkantoortje van CRI in Waarloos, een deelgemeente van Kontich. “Een jaar nadat ik in het bedrijf ben gekomen, hebben we de klimschool dichtgedaan, omdat die bedrijfsvoering voor een groot stuk neerkwam op het uitbaten van een café. Na het klimmen blijven mensen graag nog even hangen. Maar dat was niet de focus van ons bedrijf. De zaal van de voormalige klimschool wordt vandaag wel nog altijd gebruikt om nieuwe mensen voor ons bedrijf op te leiden.”

Op die opleiding komen we zo meteen nog terug. Eerst even naar de achtergrond van Pascal, die vandaag 55 jaar is, zelf. “Ik heb jarenlang bergen beklommen: in de Alpen, de Kilimanjaro in Tanzania, de Mount Kenya in Kenia en nog vele anderen”, zegt Pascal. “Ik ben vanuit mijn ervaring als klimmer instructeur geworden in het opleidingscentrum van de paracommando’s in Marche-les-Dames, dicht bij Namen (waar soldaten onder meer spectaculaire rotsen en waterlopen moeten oversteken, red.). Daar heb ik een mede-eigenaar van CRI leren kennen, en ben dan meteen mee aan boord gekomen.”

Kort gezegd voert CRI taken uit op moeilijk bereikbare plaatsen waar een gevaar bestaat om te vallen, zegt Pascal. “Vroeger deden we van alles: van het vervangen van wijzers van een klok op een kerktoren tot op grote hoogte zendmasten installeren aan het VRT-gebouw. We hebben voor een stuntactie zelfs ooit een koersfiets van Eddy Merckx met touwen aan de VRT-toren omhoog getrokken. Maar omdat er heel veel werk is in de petrochemie in de Antwerpse haven, hebben we ons in de laatste jaren alleen daar op gefocust.”

De werknemers van CRI vervangen bij TotalEnergies in Antwerpen nu bijvoorbeeld een stuk of vierhonderd buizen die verzwakt zijn. Hoe gevaarlijk is het om de hele werkdag aan een touw te bengelen en hoog in de lucht dat soort klusjes op te knappen? “Eigenlijk niet zo gevaarlijk. We hebben daar nog nooit een ongeval mee gehad”, zegt Lander Sannen (42), die de laatste jaren als coördinator voor CRI op het hoofdkantoor werkt, maar die net als Pascal jarenlang zelf in de touwen heeft gehangen. “Wij hangen altijd in een harnas. En er is ook een tweede touw, dat ons opvangt als we ons bijvoorbeeld zouden mistrappen. Als we al een ongeval zouden hebben, is dat eerder in het woon-werkverkeer met de wagen. Niet als we hoog in de lucht ons werk aan het doen zijn.”

Waaghalzen van CRI klimmen naar boven om een installatie van TotalEnergies te onderhouden.

Er zijn dan ook strikte veiligheidsprocedures. “We werken bijvoorbeeld niet als het te hard waait”, zegt Lander. “In het algemeen mag het voor de uitoefening van ons werk aan een touw niet harder waaien dan vijftig kilometer per uur. Bij TotalEnergies ligt de grens op een windsnelheid van veertig kilometer per uur (een windsterkte waardoor bijvoorbeeld je haar in de war waait en waarbij je enigszins tegen de wind in moet lopen, red.). Bij regen werken we wel gewoon door. Daar kunnen we ons met kledij makkelijk tegen beschermen. Al is het op zo’n regenachtige werkdag altijd wel balen.”

“In de winter mogen we ons dan weer niet te warm kleden”, zegt Pascal. “Het kan echt zweten worden als we hoog in de lucht onze onderhoudswerken aan het uitvoeren zijn.”

De toren van TotalEnergies die nu wordt onderhouden, is 204 meter hoog. Ter vergelijking: de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal van Antwerpen is 124 meter hoog. Hoe geraken de moedige mensen van CRI eigenlijk tot aan de top van de installatie bij TotalEnergies?

“De eerste keer doen we dat met een kooiladder”, zegt Lander. “Dat is dus met een zogenaamde ‘kooi’ die aan de ladder is bevestigd, als valbeveiliging. Dat is een zwaar werk, want we moeten dan trede voor trede naar boven klimmen en onderweg ook alle infrastructuur inspecteren. Als we boven zijn, gooien we een touw naar beneden. Dan kan een tweede persoon via een lift die we aan het touw bevestigen, naar boven stijgen. Aan de installatie van TotalEnergies kunnen we onderweg, meestal op een hoogte tussen 140 en 190 meter, wel overstappen op een vaste constructie, om de ijzeren buizen te vervangen. Maar bij andere bedrijven moeten we veel van ons werk wel al hangend doen, bijvoorbeeld als we isolatiewerken uitvoeren, op een zekere hoogte leidingen installeren of pijpleidingen onder de Schelde inspecteren.”

Werknemers van CRI installeren leidingen.

“Er zijn bijvoorbeeld pijpleidingen in tunnels onder de Schelde waarmee chemische producten van het ene bedrijf naar het andere worden vervoerd”, zegt Lander. “Dan moeten we tot 75 meter afdalen in een schacht, met een lamp op onze helm en extra verlichting die we ter plaatse neerzetten, om bijvoorbeeld te controleren of er geen corrosie of scheurtjes aan de pijpleidingen zijn.”

Opleiding van een week

Voor wie zin heeft om ook zo’n avontuurlijke job te doen, is er goed nieuws: de opleiding duurt amper een week, en je moet zeker geen alpinist zijn om te slagen. “En er is geen voorkennis vereist om bij ons aan de slag te gaan, al moet je wel een handige harry zijn”, zegt Pascal. “En je mag uiteraard geen hoogtevrees hebben, wel een gezonde stress om over een balustrade te kruipen en er enkele uren te blijven hangen.”

De opleiding duurt vier dagen en vindt plaats in de klimschool in Mechelen.  Het is een opleiding die volgens de regels van IRATA wordt uitgevoerd, dat is een internationaal gekend veiligheidsborgingsysteem voor touwtechnieken. “Je leert er onder meer tot veertien meter hoog klimmen aan een touw, afdalen, in de lucht van het ene touw naar het andere gaan en hoe je een collega die in de problemen komt met zijn touw, kan vastpakken om samen met hem tot de grond af te dalen”, zegt Pascal. “Op de vijfde dag is er een examen, dat door een onafhankelijke examinator wordt afgenomen. Als je geslaagd bent, kan je eigenlijk bij ons beginnen. Je zal dan in de eerste maand op de werkvloer wel onder een scherpe begeleiding van een mentor staan. We laten je dan met eenvoudigere taken beginnen, zoals schilderwerken.”

Cursisten die een opleiding volgen bij CRI in Mechelen.

“Bij die opleiding ontdek je veel nieuwe spieren en zijn de meeste cursisten bekaf”, zegt Pascal. “Maar dat wil niet zeggen dat ons werk oncomfortabel is. Wij kunnen extra zitjes aan onze touwstructuren toevoegen, of extra ondersteuningen.”

Heeft CRI eigenlijk last van de crisis in de chemiesector? “Neen, tot hiertoe niet”, zegt Pascal. “Onderhoudswerken moeten nu eenmaal worden uitgevoerd. Bovendien zijn we een veel goedkoper alternatief voor bedrijven die stellingen bouwen om een onderhoud te doen. Wij hebben met een touw niet zo veel langer werk dan met een stelling, en ons materiaal is veel goedkoper.”