De snelle ontwikkeling van detailhandel aan de Vlaamse steenwegen is vaak nadelig voor kernwinkelgebieden in de gemeenten. De provincies Antwerpen, Oost-Vlaanderen en Vlaams Brabant gaan deze problematiek samen aanpakken met het project Baanwinkels en gemeenten op één lijn. De bedoeling is een evenwicht te vinden tussen de grootschalige baanwinkels en detailhandel in de kernen. Het baanlint N10 (Aarschot-Lier) werd (samen met de N70 Antwerpen-Gent) geselecteerd als testcase. Maandag zaten de afgevaardigden van de betrokken provincies en gemeenten (Lier, Berlaar, Heist-op-den-Berg, Putte, Begijnendijk, Aarschot) voor het eerst samen voor de aanpak rond de N10.
De baanwinkellinten aan de N10 (Aarschot-Lier) en de N70 (Antwerpen-Gent) zijn representatief voor Vlaanderen. De conclusies van dit project zullen dienen voor de ontwikkeling van nieuw Vlaams beleid en dito instrumenten.
Er wordt een actieplan opgesteld met een verbetertraject en de mogelijkheden voor herstructurering worden in kaart gebracht. De intergemeentelijke samenwerking op verschillende beleidsdomeinen is van cruciaal belang. Deze geïntegreerde aanpak dient nadien als voorbeeld voor andere gemeenten en provincies.
Tussen 2012 en 2015 werd in de 5 Vlaamse provincies een uitvoerige interprovinciale studie detailhandel uitgevoerd. Uit die analyse kwamen een aantal pijnpunten die de provincies en gemeenten vandaag willen aanpakken. De provincies Antwerpen, Vlaams-Brabant en Oost-Vlaanderen focussen zich op de bovenmatige ontwikkeling van detailhandel in de rand. Deze tendens heeft duidelijk een negatief effect op de kernwinkelgebieden in de gemeenten. Zo bleek bijvoorbeeld dat in winkelgebieden met grote baanconcentraties en shoppingcentra tussen 2008 en 2014 het aantal vierkante meters vloeroppervlakte steeg met 170% in Vlaanderen, terwijl de leegstand in de kernen met 69,5% toenam. Leegstand in de kernen heeft vele oorzaken. Grootschalige projecten in de rand zijn daar één van. De snelle retailontwikkeling aan de steenwegen heeft niet alleen economische gevolgen, maar heeft ook impact op ruimtelijke ordening en mobiliteit. Daarom is het belangrijk dat provincies, gemeenten en diensten samenwerken rond al deze verschillende thema’s.
Onder meer supermarkten en moderetailers verplaatsen zich naar de rand. Daardoor staan de kernen steeds meer onder druk. Voor de consument bestaan er geen gemeente- en provinciegrenzen. Daarom nemen de provincies Antwerpen en Vlaams-Brabant samen het initiatief om in te zetten op kernversterking, zowel economisch als ruimtelijk. Het baanwinkelproject stimuleert het onderling overleg tussen de gemeenten en wil verhinderen dat gemeenten elkaar onderling beconcurreren.