Urologie_laser_Imeldaziekenhuis small

Nieuwe lasertoestellen voor urologie in Imeldaziekenhuis zorgen voor sneller herstel

BONHEIDEN - De urologen van het Imeldaziekenhuis namen twee nieuwe lasertoestellen in gebruik die het comfort voor patiënten met urologische aandoeningen aanzienlijk zullen vergroten.

Vanaf nu kunnen ze niet alleen nier- en blaasstenen met een lasertoestel verbrijzelen. Ook goedaardige prostaatvergrotingen en -vernauwingen en tumoren van de urinewegen kunnen vanaf nu minimaal invasief, enkel via de plasbuis, behandeld worden. Dat is een groot voordeel voor de patiënt die hierdoor veel sneller recupereert omdat er geen incisie nodig is.

De oude Holmiumlaser, waarmee enkel nier- en blaasstenen behandeld konden worden, wordt hiermee vervangen door twee hoogtechnologische apparaten.

Elke laser heeft zijn eigen doel en eigen mogelijkheden. Met de nieuwe Holmiumlaser kunnen zowel nier- en blaasstenen als goedaardige prostaatvergrotingen van meer dan 50 gram behandeld worden. Met de tweede laser, de Thulium, kunnen zowel goedaardige prostaten van alle groottes als vernauwingen en tumoren van de urinewegen behandeld worden.

Uroloog Christophe Orye legt uit wat zo’n lasertoestel doet. “Een lasertoestel is een energiebron waarmee een lichtsignaal wordt opgewekt. Dit lichtsignaal wordt met een heel fijne glasvezel tot in de patiënt gebracht via de plasbuis. Met de energie die vrijkomt aan het uiteinde van deze glasvezel, kunnen weefsels en bloedvaten in het lichaam van de patiënt worden doorgesneden, losgemaakt en dichtgebrand. Met diezelfde energie kunnen ook nier- en blaasstenen tot stof of gruis worden herleid.”

“Eén op de twee mannen boven de vijftig jaar krijgt te maken met plasklachten door goedaardige prostaatvergroting. Jaarlijks krijgt 10 à 20% van de populatie in Europa te maken met nierstenen. Deze cijfers illustreren dat het aandoeningen zijn waar we frequent mee worden geconfronteerd op de raadpleging. De nieuwe lasertoestellen worden dan ook bijna dagelijks gebruikt in onze praktijk”, besluit uroloog Hendrik-Jan Florin.