Op 17 december zal je voor het laatst om brood kunnen gaan bij bakkerij Groeneweghe op de hoek van de Patijntjestraat met de Distelstraat. Daarna wordt de bakkerij ontmanteld en het gebouw verkocht. “Ik word binnenkort 69, het is tijd om met pensioen te gaan”, zegt Pieter Groeneweghe. “We vonden geen overnemer, dus de bakkerij verdwijnt. Dat is het droevige lot van veel bakkers.”
Groeneweghe volgde les in de bakkersschool en heeft daarna nergens anders gewerkt dan in een bakkerij. “Eerst bij een andere bakker, tot ik in 1990 hier de bakkerij kon overnemen. Toen ik hier begon, waren er vijf warme bakkers in de wijk. Nu geen enkele meer. Die evolutie is niet meer te stoppen, vrees is. Het is een heel asociaal beroep, met werken op feestdagen en in het weekend.” (lees verder onder foto)
Vooral het lichamelijke aspect begint door te wegen. “Het is geen gewone job van 9 tot 5, je moet opstaan om twaalf uur ’s nachts en werken tot de middag. Zaterdagavond begin ik zelfs om negen uur, om alles klaar te krijgen. Mijn vrouw staat al twintig jaar in de winkel, maar zij had wel graag nog doorgedaan.”
De klanten vinden het alvast jammer dat de bakkerij verdwijnt. “Sommige komen al dertig jaar. Vooral pistolets en frambozentaartjes zijn mijn specialiteit. Dat vond ik altijd het leukste, dingen maken. Ik heb het altijd met plezier gedaan en nooit spijt gehad van mijn werk, maar het werd te zwaar. Ik zal thuis wel af en toe nog brood bakken, maar ga het niet missen. We gaan het vooral eerst wat rustig aan doen, maar we dromen er ook van om een reis te maken naar Peru.”