m9s7q18s Foto: Getty Images / JHS

COLUMN. In maart gingen 628 Vlaamse bedrijven overkop, en toch is failliet gaan geen schande

Rudy Aernoudt is professor, schrijver, filosoof, econoom en sinds kort ook kabinetschef van MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez. Geregeld kruipt hij in zijn pen om een kritische column te schrijven voor alle regio's van Made in. Vandaag pleit hij voor respect voor de ondernemer die niet-frauduleus failliet gaat.

Het aantal faillissementen blijft stijgen. We moeten tien jaar teruggaan, naar maart 2015, om even veel faillissementen te noteren als in maart 2025. Vaak zijn externe factoren de oorzaak. En toch wordt de gefailleerde nog te vaak met een scheef oog bekeken.

Loonkosten stegen met bijna 20% over drie jaar. Energiekosten zijn tot driemaal hoger in Europa dan in Amerika. Klanten betalen vaak te laat. De geopolitieke toestand met oorlog in Oekraïne en tarievenoorlog in de wereld schept onzekerheid. De consument wacht af en de investeerder stelt de investeringen uit. We moeten niet verwonderd zijn dat in dergelijk klimaat veel bedrijven het moeilijk hebben en soms niet anders kunnen dan de boeken neer te leggen.

Lees ook: Aantal faillissementen stijgt naar recordhoogte, bouwsector het hardst getroffen

België: 35 faillissementen per dag

In maart 2025 gingen 1.055 bedrijven over kop. Dat zijn er 35 per dag. Dat is de hoogste waarde voor een maand sinds 2015. We moeten 10 jaar terug in de tijd om nog zo’n slecht cijfer te hebben. Twee derde van die faillissementen kunnen we toeschrijven op het conto van drie sectoren: de bouwsector met 266 faillissementen, de handel met 218 faillissementen en de horeca met 185 faillissementen.

Vlaanderen: 20 faillissementen per dag

60% van de faillissementen komt van Vlaanderen, maar ons gewest vertegenwoordigt 57% van het aandeel van het BBP en 62% van het aantal Belgische ondernemingen. We zouden dus kunnen stellen dat Vlaanderen haar marktaandeel, ook in faillissementen, telt.

In de eerste drie maanden van het jaar werden in Vlaanderen 1.749 faillissementen uitgesproken, dat zijn er 20 per dag. In maart alleen gingen 628 Vlaamse bedrijven overkop. Dat leidde tot een banenverlies van 2.215 jobs, of 81% meer dan in maart vorig jaar.

Lees ook: COLUMN. De impact van de tarievenoorlog op de kmo: “Op lange termijn kunnen ze er sterker uitkomen”

Vorig jaar gingen 6.300 Vlaamse bedrijven failliet. Als we de trend van het eerste kwartaal mogen extrapoleren, zouden er in 2025 ongeveer 7.000 bedrijven failliet gaan. Dat klinkt veel. Maar we moeten dat wel plaatsen tegenover de 735.000 ondernemingen die actief zijn in Vlaanderen, het gaat dus om 1% van de bedrijven. Dat neemt niet weg dat ieder faillissement een drama is voor de gefailleerden maar het plaatst toch wel het cijfer in perspectief. Anders gezegd, macro-economisch is dat geen drama. Dat bedrijven zonder duurzaam businessmodel de boeken neerleggen, is trouwens goed voor de gezondheid van de economie.

“Het zijn vaak externe factoren die een kmo ertoe dwingen de boeken neer te leggen”

Rudy Aernnoudt

Wie tot voor 150 jaar in Italië failliet ging, moest een dag op de schandpaal. Omstaanders konden er met eieren en tomaten gooien. Op het Handelsplein in Milaan kan je nog steeds de steen der gefailleerden, waar de gefailleerde moest op staan, bewonderen. Gelukkig zijn dat vervlogen tijden, maar toch er kleeft nog steeds een stigma aan failliet gaan.

In een enquête stellen burgers dat één derde van de faillissementen te maken heeft met fraude. Met andere woorden: de ondernemer neemt de fondsen en gaat ervandoor. In werkelijkheid gaat het slechts om vijf procent. Dat toont aan dat de perceptie naar faillissement toe nog steeds negatief is. Herbeginnen en opnieuw kredieten loskrijgen blijft een moeilijke opdracht. Vandaar, belangrijker dan de cijfers is dat we begrijpen dat een faillissement een risico is voor iedereen die onderneemt. Faling is de basis voor succes, zegt het Chinees spreekwoord. Ik zou dan ook willen pleiten voor respect voor hij of zijn die niet-frauduleus failliet gaat. Trouwens, zoals hierboven geschetst, zijn het vaak externe factoren die een KMO ertoe dwingen de boeken neer te leggen.