Hoewel de Gentenaars het hebben over ‘de colafabriek’, worden aan de Heerweg-Noord meer dan tien verschillende drankjes geproduceerd. Naast de ‘gewone’ Coca-Cola produceert men onder meer Coca-Cola zero en light, maar ook Fanta, Sprite en minder bekende namen als Tropico en tonicwater Royal Bliss.
Jaarlijks gaat het samengeteld om 330 miljoen liter aan drankjes, of het equivalent van één miljard blikjes van 33 centiliter. Dat klinkt waanzinnig veel (en dat is het ook), maar het is nog niet de helft van wat in België jaarlijks wordt verkocht. Andere productievestigingen vind je in Antwerpen en (voor het mineraalwater) Chaudfontaine.
100 miljoen euro
“Maar de Gentse vestiging is een van de meest veelzijdige”, zegt manager engineering Jan Van Genechten. “Een drankje als Appletiser is bijvoorbeeld niet eenvoudig te maken, want er moet worden gepasteuriseerd. Dat kan lang niet in elke fabriek, maar hier wel.”
De Gentse vestiging opende zo’n vijftig jaar geleden de deuren en onderging de jongste jaren een grote modernisering. Die kostte in totaal meer dan 100 miljoen euro. “Dat kan misschien vreemd klinken, want we maken al jaren hetzelfde product”, zegt Van Genechten. “Maar zo kunnen we de productie en distributie nog efficiënter en duurzamer doen verlopen.”
Geen folie
De meest opvallende nieuwigheid is het nieuwe automatische magazijn, dat je al van ver ziet wanneer je langs de Ringvaart rijdt. Dat biedt opslag voor meer dan 20.000 palletten, ofwel bijna 1.000 vrachtwagens. Het systeem haalt de producten met automatische kranen uit het magazijn, wat jaarlijks vele duizenden kilometers aan transport en tientallen tonnen aan CO₂ bespaart.
Ook de elf nieuwe elektrische trucks zijn een mooi voorbeeld: die zijn veel duurzamer dan de dieseltrucks. En sinds enkele jaren wordt de folie rond de blikjes vervangen door karton, wat jaarlijks 80 ton plastic bespaart.
Vrijdag kwam eerste minister Alexander De Croo (Open VLD) op bezoek bij de frisdrankgigant. “Het is mooi om te zien hoe men hier investeert in duurzaamheid, bijvoorbeeld door de verpakkingen te beperken”, zei hij na afloop. “Maar ook hoe er wordt geïnvesteerd in personeel. Wie hier werkt, krijgt alle kansen om door te groeien. Zo moet het.”
Hoewel andere voedingsbedrijven als chocolademaker Barry Callebaut de komende jaren hun tewerkstelling inkrimpen, blijft de premier overtuigd van het belang van multinationals voor de Belgische economie. “Dit is geen goedkoop land, maar wel een goed land. We hebben productieve werknemers die goed opgeleid en gemotiveerd zijn. Daarop concurreren we: op kwaliteit en productiviteit.”
Zelf zal de premier niet snel naar cola grijpen om door lange onderhandelingen te geraken. “Ik drink niet zo vaak softdrinks, nee. Maar mijn kinderen wel, dus via hen komt het al eens op tafel.”
En nee, ook in Gent weet niemand het precieze recept van Coca-Cola. De ingrediënten worden in Zwijnaarde geleverd met de instructies hoe ze moeten worden gemengd. Maar wat die ingrediënten precies zijn, blijft een goed bewaard geheim.