In het Agropolis-park in Kinrooi deed Vlaams minister van Landbouw Jo Brouns (CD&V) de belangrijkste agrarische trends van de afgelopen twee jaar uit de doeken. Ook tientallen misnoegde landbouwers waren aanwezig om hun zorgen en grieven uit te drukken.
Aantal bedrijven blijft dalen
Het aantal land- en tuinbouwbedrijven blijft achteruitgaan. In 2022 ging het om 22.449 bedrijven. Dat aantal is ten opzichte van 2012 – toen de teller op meer dan 25.000 stond – met bijna 11 procent teruggelopen, of ongeveer één procent per jaar. Veeteelt blijft de belangrijkste specialisatie met 46 procent, gevolgd door akkerbouw (33 procent) en tuinbouw (13 procent).
Het landbouwareaal bedroeg bijna 620.000 hectare, bijna de helft van de Vlaamse grondoppervlakte. De totale oppervlakte fluctueerde afgelopen jaren, maar blijft grotendeels stabiel.
Schaalvergroting
Opnieuw zien we bij de overblijvende bedrijven een duidelijke schaalvergroting. Zo is het gemiddeld aantal dieren per veebedrijf de voorbije jaren flink gestegen. Een gemiddeld rundveebedrijf telde in 2022 157 dieren (tegenover 113 in 2012), een varkensbedrijf 2.313 dieren (1.863 in 2012) en een pluimveebedrijf 67.362 dieren (41.769 in 2012).
Veestapel
Een andere belangrijke indicator is de veestapel. Zo telde Vlaanderen 1,25 miljoen runderen, 5,4 miljoen varkens en 45,5 miljoen stuks pluimvee. “De evolutie van de veestapel volgt de economische realiteiten van de ondernemer en de keuzes van de consument”, verklaart minister Brouns.
Landbouwers kiezen vaker voor het houden van melkkoeien en kippen. Zoogkoeien en varkens dalen dan weer sterk in de cijfers. Onlangs raakte nog bekend dat een vijfde van de varkensboeren meestapt in de uitkoopregeling van de Vlaamse regering. Die maatregel in het stikstofakkoord doelt op een krimp van de varkensstapel.
Wel blijft de varkenshouderij met 1,3 miljard euro de belangrijkste deelsector in de Vlaamse productie. De totale productiewaarde van de sector bedroeg in 2021 6,3 miljard euro. Melkveehouders realiseerden 1,1 miljard euro aan omzet, groententelers 940 miljoen euro.
Landbouw is goed voor 10 procent uitstoot in de totale Vlaamse broeikasgasemissie. De Vlaamse landbouwsector is in 2021 verantwoordelijk voor de uitstoot van 7,7 megaton CO2-equivalent. Na een dip tussen 1990 en 2008 stijgt die uitstoot opnieuw gestaag.
Vergrijzing en gebrek aan opvolging
Bovendien wordt de Vlaamse landbouwer ook ouder. Dat is te zien aan de gemiddelde leeftijd, nu 56 tegenover nog 52 in 2009. Naast de vergrijzing baart ook het tekort aan opvolging zorgen, klinkt het. Zo kan slechts 13 procent van de bedrijfsleiders ouder dan 50 rekenen op een opvolger. “Boeren die willen overnemen of starten, daar moeten we echt heel zuinig mee omspringen. De voorbije jaren hebben onze landbouwers soms te weinig waardering gevoeld van de consument en het beleid, zowel op financieel als op emotioneel gebied”, zegt minister Brouns.
Mentaal welzijn
Dat laatste is te zien aan de score die landbouwers geven aan hun welbevinden: gemiddeld 6,5 in 2023. Ter vergelijking: de gemiddelde Vlaming geeft zichzelf een 7,3. Dat het niet zo goed gaat met het mentale welzijn van landbouwers blijkt ook uit de forse stijging van meldingen bij de hulporganisatie Boeren op een Kruispunt. In 2022 ging het om 302 unieke meldingen. Vooral binnen de dierlijke sectoren en akkerbouw wordt er hulp gezocht. De provincies West- en Oost-Vlaanderen steken er op hun beurt bovenuit.
Op Europees vlak scoort Vlaanderen wel bij de betere leerlingen. Zo komt de sector met 255.000 euro productiewaarde per bedrijf op de derde plaats, na Nederland en Denemarken. Verder is er een lage afhankelijkheid van Europese subsidies. “Zo staan we twee keer op het Europese podium”, prijst Brouns.
De minister belooft met het Belgische voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie zijn stempel te drukken op het Europese landbouwbeleid. “In het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid van de EU zijn er veel voorwaarden die toch wel tegen de borst stuiten en de administratieve lasten wegen te zwaar. We moeten dit beleid onder de loep durven te nemen.”