LCL biedt haar klanten en partners jarenlange ervaring en knowhow op het vlak van datacenters en colocatie. Het bedrijf heeft vijf onafhankelijke datacenters: in Aalst (LCL Brussels-West), Antwerpen (LCL Antwerp), Diegem (LCL Brussels-North), Gembloux (LCL Wallonia One) en Huizingen (LCL Brussels-South). LCL is de afgelopen jaren uitgegroeid tot een bedrijf met klanten in zowat alle sectoren. Zowel multinationals als kleine en middelgrote bedrijven, overheden, internetbedrijven en telecomoperatoren doen een beroep op de diensten van LCL.
De drie windmolens hebben elk een vermogen van 2,3 megawatt en kunnen samen jaarlijks zo’n 13,5 miljoen kWh aan windenergie opwekken. Dit komt overeen met het verbruik van ongeveer 4.500 huishoudens. LCL kiest bewust voor zowel wind- als zonne-energie, die elkaar aanvullen. Windenergie wordt bijvoorbeeld ook ’s nachts en in de winter opgewekt, wanneer er minder zon is.
3.300 zonnepanelen
Naast de windmolens beschikt LCL al over een zonnepark met 3.300 zonnepanelen. Door de combinatie van zonne- en windenergie kan het datacenterbedrijf volledig in zijn eigen energiebehoefte voorzien, wat belangrijk is voor de 24/7 werking van datacenters.
De windmolens staan op 84 meter hoogte, en de wieken hebben een diameter van 82 meter. Twee van de drie molens zijn al volledig geïnstalleerd in Rumst en Kontich, terwijl de derde molen nog in aanbouw is in Dendermonde.
LCL heeft zichzelf als doel gesteld om tegen 2030 40% van de energie die het verbruikt zelf op te wekken. Dit past binnen hun bredere strategie om minder afhankelijk te zijn van externe energieprijzen en bij te dragen aan de vergroening van het stroomnet. De keuze om zelf energie te produceren in plaats van capaciteit in te kopen is een bewuste keuze om de beschikbaarheid van groene stroom te vergroten.
Deze investering past ook binnen LCL’s bredere duurzaamheidsstrategie, die onder andere is gericht op het verminderen van de eigen CO2-uitstoot. Tegen 2030 wil het bedrijf 42% minder uitstoot van broeikasgassen veroorzaken. LCL zal de resterende uitstoot compenseren via duurzame projecten, zoals het vervangen van diesel in de generatoren door duurzamere brandstoffen en het efficiënter maken van de infrastructuur.
