De kaart met de situatie van de ketens en franchisezaken in de Vlaamse steden en gemeenten laat Lochristi opvallend roze oplichten tussen het grijs en blauw. Alleen in Sint-Niklaas – met zijn Waasland Shopping – komt de Oost-Vlaamse concurrentie een beetje in de buurt. Dat blijkt uit de cijfers van de winkeldataspecialist Locatus over de aanwezigheid van grote ketens – onafhankelijke handelaars zitten dus níét in deze percentages.
Het shoppingcomplex in Sint-Niklaas klokt af op 34,3% ketens en franchises en zorgt voor 50,8% van de winkelvloeroppervlakte die wordt ingenomen door een filiaal van een grotere winkelketen. Lochristi gaat daar vlotjes over tot 66,8%. In ‘winkelstad’ Gent is 26,5% van de winkels een ‘grotere’ speler, en de winkelvloeroppervlakte blijft ook enkele procenten onder die van Lochristi.

Het koninkrijk aan de kleine handelaars of de grote winkelketens die alles voorspelbaarder en efficiënter moeten maken op uw winkelpad? In Lochristi lijkt het de tweede kant op te gaan, al staat het beleid naar eigen zeggen wel degelijk “op de rem voor die grootschalige ontwikkeling” die het laatste decennium met nog eens 10% is toegenomen.
Schepenen van Lokale Economie Fréderic Droesbeke – zelf ondernemer – en zijn collega van Ruimte Sandro Di Nunzio, beiden Open VLD, bekeken met ons de cijfers. Ze stelden vast dat de N70 – de hoofdspeler in dit Lootse winkelketenverhaal – eigenlijk aan alle objectieve criteria voldoet om grote handelszaken aan te trekken. “Het is zeker niet het gevolg van een bewuste lokale strategie”, verzekeren ze.
“We streven eerder naar de realisatie van woongelegenheid, kantoren en diensten. Kleinschaligheid dus.”
Schepen van Ruimte, Sandro Di Nunzio (Open VLD)
“Gemeenten aan de rand van de stad met goed bereikbare invalswegen en autosnelwegen zijn aantrekkelijk voor grote ketens. Zeker als die assen omgeven zijn door dichtbevolkte gebieden met potentiële consumenten die over voldoende koopkracht bezitten. Ook door het gunstig fiscaal klimaat is het de markt die speelt, we zijn gewoon een gegeerde plek voor private spelers.”
Lasten en lusten
Verkeersdrukte – met files – op piekmomenten kunnen we hier niet meer wegdenken. “Naast die lasten zijn er ook de lusten. De trend is ook goed voor de lokale economie want ze zorgt voor jobs in de regio. En wie hier woont, kan als consument natuurlijk alles vinden wat hij nodig heeft. ‘We moeten niet meer naar de stad’ is een veel gehoorde uitspraak van wie hier woont.”

Toch staat het gemeentebestuur naar eigen zeggen al jaren op de rem voor nieuwe grootschalige projecten. “We zijn zeker geen vragende partij om nog maar eens bijkomende sites aan te snijden. Geregeld wijzen we ook aanvragen af, wanneer het bijvoorbeeld gaat om het verwerven van een reeks opeenvolgende woningen of gronden voor commerciële doeleinden” (verder op de Antwerpse Steenweg, richting Oostakker, red), voegt schepen Di Nunzio eraan toe.
“We streven eerder naar de realisatie van woongelegenheid, kantoren en diensten. Kleinschaligheid dus. We proberen de ingediende dossiers van meet af aan te sturen om al te grote nieuwe ontwikkelingen tegen te gaan. Behalve de gemeente is het ook vaak de provincie die in een mogelijke beroepsprocedure moet nagaan wat in aanmerking komt voor een definitieve vergunning.”